jun 21 2010

Dag Kazachstan!

We hebben de motoren ’s morgens opgehaald en sober afscheid genomen van Sergei (Victor was er niet); door naar het hotel en alles opgeladen, water bijgevuld en gaan! Het was heerlijk om weer zelf te rijden, en eenmaal zijn we aangehouden door belangstellende agenten, en ook eenmaal door agenten die bijbeunen (kun je niets tegen doen, that’s the way it is). Wat we wel hebben gedaan, is een zg. politieportemonnee creëren, dus een waar een bescheiden bedrag in zit zodat we hen een complete inhoud kunnen geven! De route gaat richting Semey door een mooi, afwisselend landschap, groener als we gewend waren met riviertjes, alleen minder dieren dan tot nu toe. Verder een mooie, rustige dag die we afsluiten met een risotto en een pilsje bij de tent.

De volgende ochtend weer door, we hebben tenslotte een queeste! De wegen zijn beter als gedacht (en gewend), zodat we behoorlijk opschieten, ondanks de weer verrekte hogen temperatuur. Tot onze verbijstering komen er uit een zijpad plots twee mensen aangefietst: Jon en zijn vriendin Nic, die al een jaar onderweg zijn! Zij fietsen van Engeland naar Ulaanbaator in Mongolië, en dan wellicht nog wat verder, afhankelijk van de financiën. Ze hebben de banen thuis opgezegd, auto’s verkocht en dan maar fietsen. En dat in die bloedhitte! Jon blijkt een motorenthousiast te zijn, en heeft thuis een ….. Moto Guzzi, yes! Die staat te koop, maar hij wil graag de Yamaha van Jan hierop inruilen, en wil nog liever het span vanuit Mongolië even naar Europa terugrijden! We wisselen internet – en emailadressen uit, en wensen hen veel fietsplezier! In de middag wordt Jan weer eens door een dikke politieman aan de kant gedirigeerd, maar voordat die tot actie kon overgaan kwamen van de andere kant 5 Duitse motorrijders die er gezellig bij kwamen staan. Dat werd de eenzame politieman te machtig, en vrolijk reden wij allen weer door, zij op weg vanuit Mongolië naar Duitsland, en wij de andere kant uit. We hebben van hen nog even een adres gekregen van een goeie gastiniza in Ulaanbaator en tevens de tip om het transport terug van de motoren per trein te doen (met bijbehorend adres van het transportbedrijf) en verder op weg naar ons einddoel voor vandaag. Dat was ergens in the middle of nowhere waar de tenten werden opgezet; Joep z’n Honda had wat last van indigestie, en na Bart van sponsor MHE te hebben geraadpleegd heeft Joep het herstel zelf ter hand genomen en succesvol afgerond! Oh ja, onderweg stond er een koe nog knap hinderlijk midden op de wat smalle weg die van geen wijken wist;  Jan claxonneerde zich een ongeluk, maar het enige wat die koe als respons gaf, was ongelofelijk dom kijken. Uiteindelijk capituleerde ze toch en sjokte de steppe weer in. Over koeien gesproken, ’s avonds bij de tenten kwam er een volledige kudde voorbij gesjokt met veel jonge kalfjes d’r tussen; op Joep zijn avances gingen de dames  terecht niet in, zodat ze in de avondschemer verdwenen en wij van weer een welverdiende nachtrust konden genieten. Nadat wij overigens de tenten waren ingevlucht doordat er duizenden kleine vliegjes en muggetjes ons verder buiten zitten onmogelijk hadden gemaakt!

De volgende ochtend vroeg opgestaan om die @#$%^vliegjes voor te blijven en vlot doorgereden tot het eerste café waar we konden ontbijten. Nou, dat kon: buiten stond een soort van Ford Transitbus waar zo’n 17 mensen in konden die allemaal binnen zaten te ontbijten en ons aankeken of we aliens waren! Toen Jan even naar buiten ging voor een sigaretje was die meteen de klos: om 0900 uur ’s morgens werd hem een welkomstgeschenk aangeboden, namelijk brood (oké), gedroogd vlees (ook oké) en een glas wodka (wat minder oké).  Reizen is ook andere gewoontes leren kennen, dus hap, slik, weg. Joep zijn maag is net weer een beetje op orde, dus die ziet heel verstandig van het geschenk af. De Honda loopt weer lekker, maar bij een tankstop geeft de Yamaha geen sjoegge meer; net voor een garage trouwens! Het blijkt een los contract met de accu te zijn, en het plaatselijke genie heeft dit vastgezet; onderweg hebben we dit nogmaals moeten doen en toen maar de nieuwe moertjes gebruikt die we hebben meegenomen (gelukkig niet voor niets!) De weg verder is bagger, Jan is blij als die af en toe wel 30 km/uur haalt; Joep kan rustig met meer als het dubbele over de “weg” zodat het onderlinge verschil erg groot wordt. De oplossing is dat Joep vooruit rijdt en dan maar op Jan wacht die alleen maar bezig is om de zaak heel te houden, gaten (echte gaten van meer van 40 cm diep en 4 m2!) ontwijken en toch proberen om nog vooruit te komen.  Uiteindelijk komen we aan in Semey, waar we graag een hotel wilden, al was het alleen maar om ons op te frissen. Niets te vinden, dus een taxichauffeur aangehouden en die gevraagd: 300 meter terug is een hotel…. Wij daarnaar toe; het blijkt een leegstaand volledig gemeubileerd appartement te zijn, vrij prijzig voor Kazachstaanse begrippen, maar we besluiten het toch te nemen. De motoren staan op het terrein van het complex, maar ’s avonds staan er plotseling 3 man voor de deur (waarvan er 1 ongevraagd binnenstapt) die ook nog eens geld vroeg voor het feit dat hij als bewaker was aangesteld! Joep heeft hem ongezouten verteld wat hij daarvan dacht en de kamer uitgebonjourd. Naderhand hebben we de deur van de kamer wel afgesloten, we houden beiden niet zo van dit soort ongenode bezoekers!  ’s Morgens bij het opladen van de motoren werd ons nogmaals een briefje voorgehouden met wat de bewaking ons wel niet zou kosten, maar na een kortaf “njet” onzerzijds droop de bewaker af.

De volgende ochtend weer vroeg vertrokken, we moeten Kazachstan uit en Rusland in zien te komen.  De weg is mooi, we gaan door een natuurgebied heen waar het wemelt van de roofvogels op zoek naar een lekkere snack.  Kazachstan uit viel niet tegen, anderhalf uur papieren invullen en wandelen van loket naar loket, maar ze zijn erg vriendelijk; Rusland in duurde ook zo’n anderhalf uur, waarvan een half uur tegen een huisje aanleunen, totdat de bus voor ons was vrijgegeven door de Russische grenswachten. Het stikte er werkelijk van de vliegen die overal inkropen, je neus, je oren, je mond zodra je deze open deed! Joep trok z’n helmmuts over zijn hoofd zodat hij volledig bedekt en onherkenbaar werd, maar wel vliegenvrij! Het blijft een bureaucratisch gebeuren, van loket naar loket, formulieren invullen, ergens anders weer afgeven,  maar we worden in Rusland hartelijk welkom geheten. Bij de eerste mogelijkheid gestopt om ons vochtgehalte met een liter cola aan te vullen; daar staan 3 dronken jongeren in ontbloot bovenlijf ons op te wachten, waarvan er in ieder geval één zo zat was een aap. Die vond ons buitengewoon interessant en kwam aan tafel erbij zitten, wat wij geen onverdeeld succes vonden; dus de cola rap naar binnengeklokt en vlug weg daar, we voelden ons niet op ons gemak. De weg naar Barnaul (ons volgende einddoel) is ongekend goed, dit hebben we al een hele tijd niet meer gezien, een vlakke weg!! Ons definitieve einddoel, Mongolië, komt steeds dichterbij, enkele dagen Rusland en dan hopen we aan de Mongoolse grens te staan.

[gmap]


jun 17 2010

SOS en BBQ

Gisteren hebben we dan eindelijk de eerste lading schoolspullen afgeleverd. Uiteraard werden we weer precies op tijd opgehaald door Sergei (ondanks dat we aandrongen om zelf te lopen) en natuurlijk lieten ze ons niet op eigen navigatie naar het kinderdorp rijden: dus achter een auto aan.
Daar aangekomen vlogen er meteen een paar kinderen op de motoren af en werden we ontvangen door twee dames van de directie. Één van deze dames kon zich Cees en Bart nog goed herinneren. We kregen een rondleiding en hebben de spulletjes overhandigd. Ze doen daar heel mooi werk, de 67 kinderen in het dorp krijgen in 11 gezinnen echt een nieuw gezinsleven.

De terugweg was op eigen benen en dat was ook goed te merken, toen we Almaty uitreden zijn we maar eens omgedraaid: de tweede poging slaagde wel.

De motoren weer in de garagebox op het werk van Sergei en Victor gestald wilden we te voet terug naar het hotel. Dat werd natuurlijk niet toegestaan en na 50 meter lopen reed Sergei naast ons: “Taxi Service!”. We hadden al een aantal pogingen gedaan om Victor en Sergei uit te nodigen bij het Hotel voor een biertje maar vandaag was Sergei ons voor: om 18.30 worden jullie opgehaald voor een barbecue. Het was niet alleen ontzettend lekker maar vooral erg gezellig, de vrouwen van beide heren en de broer van Victor waren ook aangeschoven. Op de een of andere manier hebben we toch redelijk goed kunnen communiceren en gelachen.

Ontzettend hartelijke mensen, het is jammer om weer afscheid te moeten nemen.


jun 15 2010

Groot onderhoud

Vanmorgen goed uitgeslapen en op naar het ontbijt; omdat wij ons een uur hadden vergist, was dat natuurlijk alweer voorbij. Dan maar naar het restaurant waar een Kazachstaanse juffrouw ons bediende, die in ons een uitgelezen mogelijkheid zag haar engels te oefenen. Alleen de vraag of Joep een cappuccino wilde met melk, ja, dat is toch effe wennen! Maar de sandwich smaakte ons prima, en rond 1300 uur kwam Victor ons zoals afgesproken ophalen en reden we naar zijn werk waar de trouwe Kamaz-truck met zijn kostbare lading (onze motoren met alles d’r op en d’r aan) stond. Beiden werden afgeladen en we hebben de allerergste zandhopen met de hogedruk verwijdert. Daarna de stad in, op zoek naar een Honda dealer voor Joep zijn Transalp, voor wat herstelwerkzaamheden. Almaty is een grote stad met meer als een miljoen inwoners, en dat is te zien: door de smog waren de bergen van Kyrgizie nauwelijks te zichtbaar! Een Honda motordealer trouwens ook niet, zodat we besloten terug te rijden en maar zelf het onderhoud te doen. Dat bleek een kolfje naar de hand van zowel Victor als Sergei, die er beiden lol in hadden om de Honda beter te krijgen dan dat deze bij vertrek uit Sittard was; en dat is ze ook gelukt. Dit soort mensen zijn zo verrekte innovatief en herstellen met bescheiden middelen en op onorthodoxe wijze alle onvolkomenheden, daar kan een gemiddelde Nederlandse monteur nog een puntje aan zuigen! Er moeten al heel gekke dingen gebeuren wil de Honda nog een keer desintegreren! Oh ja, de Yamaha had enkel een nieuw richtingaanwijzerlampje (3 x woordwaarde) nodig en 2 liter olie….. die Joep met Victor is gaan halen, en terecht kwam in een soort van markt met honderden en honderden stalletjes die allemaal iets verkochten wat met auto’s te maken had.

Gezien de toestand momenteel in Kyrchizie hebben wij wijselijk besloten dat land niet met ons bezoek te vereren; heel jammer, want dat zou een van de landschappelijke hoogtepunten worden. We hebben wel de bergen gezien vanuit de verte, maar het zou niet van wijsheid getuigen om die ellende op te gaan zoeken! Ons reisplan is nu zo dat we verder naar het noorden van Kazachstan gaan, richting Semey, maar morgen gaan we eerst spullen afleveren bij het SOS-kinderdorp hier in Almaty.

Even nog iets: de manier waarop mensen ons benaderen is zo open en hartelijk dat wij regelmatig in verlegenheid geraken; mensen doen dingen voor mensen omdat ze het fijn vinden en leuk, en niet om iets terug te verlangen. Als je toch wordt beheerst door fictieve beren op de weg (weet je wel wat er allemaal kan gebeuren?), mis je toch wel een heleboel. Voorlopig is ons mensenbeeld positief bijgesteld en hebben wij veel ongelofelijke contacten!

En dan nog een nabrander van Joep die dit in het vorige bericht is vergeten te plaatsen: gisteren opnieuw contact gelegd met een ijverige politieman. Helaas bleek het verhaal van de diplomaat in Atyrau niet geheel op de realiteit gebaseerd. Deze beweerde namelijk dat smeergeld betalen niet verstandig was omdat er een grote campagne gaande is tegen corruptie in Kazachstan. Laat ik hem en jullie dit vertellen: als iemand doet alsof hij een geweer op je richt is de gedachte van weigering snel weggeëbd. Victor en Sergei vonden het om een bepaalde reden verstandig om een omweg te maken over een bergpas, daar in een dorp reden we tegen een politiecontrole aan (die om de haverklap langs de weg staan) en de man in uniform hield ons staande. Hij droeg Victor op zijn vrachtwagen om te draaien en om het dorp heen te rijden en nadat het nodige smeergeld was betaald deden we dit ook. Helaas kregen ze hierdoor de motoren in de smiezen en werd ons nogmaals verzocht te stoppen, deze keer moest Joep meelopen. Jan lag ondertussen verstopt in de slaapcabine want er mogen maar 3 mensen in de cabine meerijden. Zodra de agent een westerling in het vizier (figuurlijk) kreeg kwam nog maar een gedachte, en woord, in hem op: “dollar”, en wel 200 alstublieft. Joep begon moedig met het toneelspel van de domme tourist: “no dollar, ik begrijp niet wat je zegt”. Oom agent lachte vriendelijk en nam zijn rol ook vol overtuiging op, eerst was het paspoort van Jan niet goed, daarna dat van Joep niet; dan moet je mee naar het bureau en uiteindelijk het denkbeeldige geweer met bewegende vinger op de trekker. Hij bleef maar hameren op dollars maar Joep hield voet bij stuk, dan maar Tengé: 10000… Joep kan grote ogen opzetten en dat heeft hij bewezen. Dankzij een onderhandel poging en zielige blik is de schade uiteindelijk beperkt gebleven tot 2000 Tengé: een tientje en het gekke is; je bent zo’n man nog dankbaar ook. Overigens is deze lage prijs meer te danken aan de overduidelijk zichtbare spanning en gevoel van medelijden daarvoor dan het onderhandel talent van Joep.


jun 15 2010

Uitholling overdwars / an offer you can’t refuse / eind goed, al goed

Uitholling overdwars / an offer you can’t refuse /  eind goed, al goed

Dit is een relaas over 2 dagen in 3 delen;  dat komt omdat er zoveel te vertellen is.

Op zaterdag vertrokken wij vol goeie moed; eerst nog even een camera voor Joep kopen en dan kilometers maken! Wij hadden met opzet de weinig aantrekkelijke rode (op de kaart dan) hoofdweg genomen om de opgelopen achterstanden in kilometers en dagen zoveel als mogelijk in te lopen, en daartoe lijkt de hoofdweg dan het geijkte middel.  Dat moest, ook bij navraag, een goede weg zijn; en inderdaad, de eerste 150 km gingen vlot over een strakke, nieuwe asfaltweg waar wij de enige berijders van waren! Tot de eerste wegwerkzaamheden;  daar stond een jongeman iedereen de parallel lopende zandweg op te sturen. Uitleg: een zandweg is in Kazachstan een soort van crossterrein met talloze sporen waar al het reguliere verkeer op rijdt als de “gewone” weg niet berijdbaar is, dit crossterrein bestaat uit een meter diep uitermate dun duinzand, dan weer gelardeerd met -uiteraard bijna onzichtbare-  kleine keien, grote keien, diepe sporen, kuilen, dan weer met iets van ontzettend grof grind en tenslotte overal wasborden.  Dat zagen we nou net niet zitten, het ging lekker op die nieuwe weg, dus na  de bewaker te hebben omgekocht met een strip Dextro mochten we doorrijden. Bewaker nummer twee was zonder Dextro ook akkoord, bewaker nummer drie had wat meer verbale overredingskracht nodig, maar we reden nog steeds op asfalt! Toen hield de weg op.  We hebben de crossbaan  70 km volgehouden, Joep is diverse malen zonder veel schade gevallen, op enige mate zelfs zo dat zijn versnellingspedaal achterstevoren stond…. Dat hebben de locale wegwerkers met vereende krachten weer enigszins goed gebogen en Jan hebben ze een paar keer los moeten trekken want die zat vast.  De avond begon inmiddels te vallen, dus hebben wij linksaf de woestijnsteppe ingestuurd en op zo’n 20 meter van de weg de tent opgezet; we zagen eruit alsof we Parijs-Dakar hadden gereden.

Op onze stoeltjes gezeten waren wij de a vondzon aan het bewonderen en de schade van de dag aan het doornemen;  van het inlopen van tijd en kilometers was helemaal niets terecht gekomen, sterker nog, we hadden nog meer verloren. Het doel van die dag lag namelijk nog 150 km verder als waar we nu waren gekomen.  De omgeving was waarlijk fabuleus: waar je ook keek, je zag niets anders dan woestijnsteppe, geen gebouwtjes,  geen mensen, geen wegen, zo ver als je maar kijken kon van horizon tot horizon, kilometers en kilometers ver! Door de schemering kwam een truck met aanhanger aangecrosst die zichzelf naast de tent parkeerde, en daaruit kwamen Victor en Sergei, onderweg vanuit Actobe naar Almaty; zij wilden bij ons de nacht doorbrengen en als een soort van grapje vroegen wij of de motoren niet op de lege Kamaz truck konden, en zo naar Almaty. Ja hoor, geen probleem! De volgende ochtend bleek het geen grapje van de heren te zijn, en moest er even naar Aral worden gescheurd met hen als back-up achter ons aan, en daar was dan een mogelijkheid de motoren op te laden; zo gezegd, zo gedaan en om 0600 uur waren we op weg en om 0900 stonden we in Aral met de Honda en de Yamaha vast achter in de laadbak! Dit was het schema:

0600 uur: vertrek uit de woestijn

0900 uur: opladen in Aral en op weg naar Almaty (afstand rond de 2000 km)

1100 uur: kopgevulde soep als ontbijt (en ook lunch bleek later)  (=20 minuten pauze)

2200 uur: kop thee en 2 hardgekookte eieren (= 30 min pauze)

0300 uur ’s nachts: stop, even slapen

0600 uur: 1 pakje Sultana als ontbijt en verder rijden

1600 uur: iets met pasta en vlees als avondeten (= 30 min pauze)

2400 uur: Chai (thee), pannekoeken en gebakken eieren (= 20 min pauze)

0300 uur ’s nachts: aankomst Almaty.

Al die tijd heeft Victor gereden, en hebben Sergei, Jan en Joep naar buiten gekeken en sigaretten aangegeven……  We zijn door prachtige landschappen gereden en hebben in de slaapcabine wat gerust en gezweet; onderweg door een schitterende canyon gereden waar maar 1 boom stond met, jawel, een natuurlijke waterbron! Natuurlijk zijn we ontzettend dankbaar voor deze ongelofelijke gastvrijheid en voor de gevolgen die dit heeft op ons schema maar toch vinden we het hier en daar een beetje jammer dat we niet met volle teugen (zoals op de motor) kunnen genieten van de landschappen waar we doorheen komen. Deze bestaan voornamelijk uit zand, zand en zand maar ook bergen met witte toppen (op 100 km afstand) en waterlandschap met rijstvelden. Overal kom je vee tegen, vooral koeien, paarden en ezels (met heel veel kalveren en veulens) en ook veel honden (en dus ook puppies: soms moederziel alleen in het niets). Het is duidelijk zichtbaar dat dieren hier niet op de eerste plaats komen, de PVDD heeft in Kazachstan nog geen zetel veroverd. Voor dierenliefhebbers zoals wij is dat ook een van de moeilijkste dingen om te moeten zien.

Ondanks dat we niets doen, zijn we bekaf, en blij als we in Almaty door Victor en Sergei naar een gastiniza worden gebracht: de motoren blijven nog even op de wagen en gaan we de volgende ochtend ophalen. Wij zijn weer een uur verder (tijdszone vergeten, het is geen 0400 maar 0500 uur), gaan uitgebreid douchen en onze kleren een beetje fatsoeneren. Eerst wat slapen en morgen naar het SOS kinderdorp en een garage zoeken om de motoren wat op te kalefateren.


jun 11 2010

Crossen in Kazachstan

Het was in de 3 x 3 mtr kamer de afgelopen nacht zo verrekte heet dat wij geen van beiden goed hebben geslapen; de wekker liep af om 0500 uur en we vertrokken een uurtje later om de warmte voor te blijven. Dat lukte prima, en de lessen van de vorige dag nog in gedachten dook Jan direct het zand in terwijl Joep zijn geluk ging beproeven op de weg. Dat was maar af en toe succesvol (lees: rijdbaar), zodat ook Joep regelmatig zandhaas werd.  We hebben zo aardig wat kilometers bij elkaar gecrosst, maar qua gemiddelde snelheid per uur kwamen we niet boven de 25. Op enig moment werd de weg beter en het zand slechter, zodat Joep voortvarend Jan voorbij ging en aan de horizon verdween; op dat moment gleed het voorwiel van Jan’s Yamaha weg en de hele combinatie gleed in een droge watergeul en stond daar muurvast. Na 10 minuten kwam Joep eens kijken waar Jan bleef, en de sleepkabel moest uitkomst bieden. Deze werd vastgeknoopt aan een passerende Mitsubishi Pajero en de reis kon worden vervolgd zonder enige schade, behalve wellicht een klein deukje in iemands ego!

De hitte werd voelbaar door de kleding heen, en zelfs zichtbaar, toen wij een vale gier zagen die langs de kant van de weg zat en een stukje het veld in zweefde toen wij te dicht naderden; hij zal toch niet op ons hebben zitten wachten?

We wilden vandaag toch ons einddoel Quandyaghash halen, en daarvoor moest er worden doorgereden; om 1700 uur bereikten wij moe en onder het zand Quandyaghash; wij wilden graag iets met een douche! De stad is helemaal niets, alleen huizen en zand, en 2 gastinitza’s (soort B & B’s); Jan vroeg aan een locale bewoner waar er een was en werd vervolgens in die bloedhitte met motorkleding aan de halve stad doorgesleurd, let wel, te voet! De eerste stop was een oude vrouw met 1,5 tand die meende dat als je maar hard genoeg riep, mensen je wel zouden begrijpen, ook al komen ze uit een ander werelddeel. Niet dus. De tweede eigenaresse lag op de bank uit te buiken, maar had wel de goedheid om te vertellen wat de kosten waren; toen ze had gehoord dat wij uit het rijke westen kwamen, werd de prijs ter plekke verviervoudigd!! Ook niet dus.  We willen toch wel errug graag iets met een douche, dus nog maar verder gereden naar Actobe, waar gestopt werd bij een hotel. Dat heeft geen internet, dus neemt Joep het op zich om een hotel met internet te zoeken. Alleen is Actobe zo groot, dat na een half uur zoeken het centrum nog niet is gevonden, dus het internet-loze hotel toch maar geaccepteert; per slot is het 2000 uur en zijn we vanaf 0600 uur aan het rijden! De kamer ligt op de derde etage (nee, geen lift) en is hartstikke mooi! Joep heeft het met zijn gebruikelijke charmes weer voor elkaar dat we ook nog wat te eten krijgen, en na het douchen (we stonden beide nog in onderbroek) wordt het eten binnengebracht, een tafel  vol! En het smaakte heerlijk, zeker met vergezellende biertjes.

We waren nauwelijks uitgegeten of er kwamen vier leden van de plaatselijke motorclub (zie film: ‘Wildhoggs’) binnen wandelen. Gelukkig sprak een van deze heren een paar woordjes Engels en hebben we een motorgesprek kunnen voeren (ja: Joep deed inderdaad alsof). Nou we gaan maar eens genieten van onze welverdiende rust.


jun 11 2010

Road of destruction

Na vertrek uit Atyrau diende zich zeer snel de eerste stop aan; de fotocamera van Joep lag nog buiten bij hotel Dana! Jan parkeerde zichzelf in een bushokje terwijl Joep terug racete naar het hotel. Tevergeefs, de camera was al in andere handen overgegaan, maar de geheugencard met alle foto’s zat nog in de laptop en hebben we dus nog! Doorrijden dan maar, en dat over een strakke asfaltweg, op weg naar Saghyz; op enig moment moesten we links af en het wegdeksel veranderde drastisch. Als je het niet hebt meegemaakt geloof je het niet: de bovenste laag is een soort van betonasfalt wat al jaren aan het afbrokkelen is, waardoor heel de weg letterlijk bestaat uit 30 cm diepe gaten welke dwars over de weg lopen, afgewisseld met “gewone” gaten. In het beste geval is het slalommen tussen de gaten door, in het slechtste geval is het rustig erdoorheen. Joep gaat er met 2 wielen soepel overheen, Jan met z’n driewieler kan geen kant op en moet het noodgedwongen zeer rustig aan doen (lees: max 25 km!). Dit duurt kilometer na kilometer; we rijden door een immens leeg land waar hoegenaamd niets groeit en waar de buitenthermometer van de Yamaha in de volle zon 60 graden aangeeft!! Ook voor de kamelen die we onderweg zien, is het eten schaars.

We hebben in Marat thee gedronken in een soort van barretje, waarna we de weg weer trachtten te hervatten: alleen was die er niet meer! Gewoon, de weg was ten einde (dat noemen ze hier wegwerkzaamheden), maar we moesten toch verder! Dan maar gewoon ergens een onverhard pad nemen en vervolgens niet meer weten waar eigenlijk de oorspronkelijke weg naar Saghyz loopt…. Na het nodige crosswerk (in die temperaturen met gewoon de motorkleding aan )iets gevonden wat weer de goede kant uitging, en maar weer verder gegaan. Nu blijkt dat er naast de wegen zandpaden lopen waar de locale coureurs gebruik van maken omdat de “weg” zelfs voor hen te gortig is! We moeten allebei ons verstand erbij houden om in het goede spoor te blijven, maar al doende leert men en ging het gewoon hartstikke goed. Voor Jan is het slopend en we besluiten (conform afspraak) om zo rond 17.30 uur een plek voor de nacht te zoeken: er is niets anders dan een gastiniza; je moet dit zien als een soort van ruimte waar een tafel staat, er is een toonbankje met wat spulletjes, ze hebben een vacante kamer (3 x 3 mtr) met een ouwe tafel en een stapelbed, en that’s it. Oh nee, stromend water hebben ze ook niet,wel weer airco, gelukkig!. Ze zijn wel weer vriendelijk en we eten een Kazachstaanse goulash die we zeer wel verdiend hebben!


jun 9 2010

Olie Oase

Van het grote niets in een Oase van luxe, en dat binnen no time. In het hotel waar we de vorige twee berichten hebben geplaatst hebben we even gevraagd waar we ons kunnen registeren (blijkbaar vinden onze nieuwe Kazachstaanse vrienden alle rompslomp bij de grens nog niet voldoende). Na niet al te beste aanwijzingen te hebben ontvangen zijn we maar op pad gegaan en bij de eerste de beste bewaker langs de straat nogmaals gevraagd naar het registratiebureau. Prompt ging de man naar binnen om 2 minuten later terug te komen en te gebaren dat Joep mee moest lopen. Daar werd hij uitermate vriendelijk welkom geheten door de hoteljuffrouw die ons eerder vandaag al had zien rijden, en vervolgens in het engels  aangesproken door een manager van het hotel die Joep bijna direct als Nederlander herkende. Deze man, Sven, bleek een Limburger te zijn die al bijna 2 jaar werkzaam is als manager food and beverage voor het Marriott en Renaissance hotel. Deze wist wel hoe en waar te registeren, en bood aan ons hiermee te helpen. Hij liet zijn chauffeur voorrijden en wij hoefden maar te volgen; we stonden blijkbaar eerst bij Marriott appartments en we moesten zijn in het Renaissance Hotel. Daar stond het hoofd security van het hotel ons op te wachten, en met zijn contacten bij de politie moet de hele registratie met zo’n 3 uur wel geregeld zijn, iets wat anders wellicht dagen zou kunnen duren. Ondertussen hebben wij wat met Sven gekletst en Joep vroeg zich hardop af of wij ons wellicht in het Marriott wat konden opfrissen; tuurlijk, geen probleem en we hebben heerlijk gedoucht! Een maaltijd hebben wij maar afgeslagen, dit is al heel veel luxe, zeker na de laatste nacht in de steppe!


jun 8 2010

Welkom in Kazachstan

De gastiniza waar we verbleven is oude meuk, maar wel redelijk schoon; we hebben inkopen gedaan in de shop van de gastiniza en zijn op weg gegaan naar de Kazachstaanse grens. Daar werden wij uitermate vriendelijk welkom geheten en vervolgens 3 uur lang bezig gehouden met ambtenarij; we hebben talloze formulieren ingevuld welke door een Kazach werden ingevoerd in de computer, daarna uitgeprint en vervolgens door een andere Kazach weer handmatig in een groot boek bijgeschreven. En dit diverse malen, evenals het paspoort tonen.  Maar de mensen bleven lachen, en de ene Kazach sprak wat Duits, een ander weer wat Engels en uiteindelijk zijn wij goed genoeg bevonden om het land te betreden.

Het landschap verandert, de mensen veranderen en wij veranderen mee; we worden minder wantrouwend, langzaam maar zeker; de mensen zijn hier belangstellend ook al verstaan wij elkaar niet, en ze lachen en verbazen zich als ze horen waarnaar wij op weg zijn. We rijden tussen kuddes kamelen (met 2 bulten), paarden koeien, geiten en schapen in een wilde, ongerepte steppe. We zagen zelfs een koe in een bushokje, terwijl de rest op hun dooie gemak overstak.  Atyrau halen we niet meer, dus gaan we wild kamperen. We rijden de steppe in, van de weg af en vinden een vlak stuk. We trachten de tenten op te zetten wat alleen Joep lukt, want die van Jan buigt te ver door onder de steppewind. Dan maar samen in een tent! Joep zorgt voor een macaroni, en maakt een kampvuurtje als een volleerd pyromaan. De avond valt prachtig, met een zonsondergang waar we allebei stil van worden; het is hier zo anders, zo mooi, dat we ons beiden afvragen waarom mensen niet naar hier rijden ipv naar het gebruikelijke Spanje of Italie (het is met een auto in 5/6 dagen te doen)!

’s Morgens de tent afgebroken in een bulderende wind en door naar Atherau, waar we eindelijk in een internationaal zakenhotel gratis gebruik maken van   internet en we de site bijwerken. Kijk maar, want er staan foto’s en filmpjes vanaf  “Circus Kharkov “.