jun 27 2010

Sporen zoeken

Vroeg weer aangereden voor wat een pittige dag gaat worden; om 0800 uur zijn we in het bekende dorp Nogonuur (wie kent het niet?), waar we een wakkere dorpsbewoner treffen die ons bevestigde dat we inderdaad om het meer (Achit Nuur) heen moeten rijden. Dan maar eerst proviand inslaan bij de winkel die voor ons een uur eerder opengaat. We rijden de richting in die ons gewezen is, en het zijn karrensporen die je volgt, in de hoop dat je het goeie spoor volgt. De Garmin is een grote hulp, we volgen het meest bereden spoor en er is niemand anders, gewoon alleen op de wereld. Joep kan vele malen sneller op zijn solo, daar waar Jan alleen maar worstelt om de combinatie heel over te brengen; de sporen bestaan uit zand (af en toe), heel veel keien (grote en kleine), gaten, wasborden en ga zo maar kilometers en kilometers door. Het gaat van kwaad naar erger;  bij het oversteken van een beek slipt Joep van links naar rechts maar haalt bijna helemaal droog de overkant, maar Jan komt met zijn achterwiel muurvast te zitten. De oplossing moet van ons zelf komen omdat er kilometers in de omtrek geen levende ziel aanwezig is. Uiteindelijk hebben we het voorwiel kunnen verplaatsen waardoor (getrokken door de Honda) het zijspan uiteindelijk op het droge komt. De hele operatie kost ons zo’n 2 uur, zijspan leegladen, allerlei pogingen etc. We gaan fluks verder en op enig moment mist Jan zijn tanktas met regenpak wat al sinds de Oekraïne achterop gebonden zat, en wat blijkbaar na tientallen kilometers hobbelen en schokken op de keien er de brui aan gegeven heeft. Joep racet terug en vindt vlot de tanktas, het regenpak zal wel ooit  gevonden worden door een herder die het pak in het regenseizoen wellicht kan gebruiken! Zal dan wel de blits maken, de enige herder in Mongolië met een feloranje Lookwell regenpak! De trip gaat weer verder en de paden zijn voor Jan een ellende, voor Joep echter goed te doen, maar daardoor schiet het niet echt op. Jan komt op de keienpaden niet boven de 20 km/uur, en ondanks die snelheid is de kist met alle spullen helemaal van de bodem losgescheurd, zodat deze met spanbanden aan de bodem wordt vastgesjord. Volgens Joep rijden we teveel zuidwaarts en het spoor dat we moeten kruisen komt maar niet, zodat we naar het oosten afbuigen in de hoop het goede spoor richting Ulaangom te vinden. Op enig moment zien we een andere auto, waarvan de inzittenden met een voor ons vreemde kaart ons bij navraag bevestigen dat we eindelijk op de goede weg zijn! Joep en Jan krijgen wat woorden, niet verwonderlijk na 4 weken intensief met elkaar in moeilijke omstandigheden optrekken, maar dat wordt uitgepraat en weg zijn we weer! Duidelijk wordt dat Ulaangom voor vandaag niet meer haalbaar is, en met Jan volledig ‘op’ besluiten we de tenten op te zetten in een stenenlandschap met witte besneeuwde toppen in de verte. De kip met kerrie maaltijd van Bever doet goed en we gaan op tijd onder zeil voor weer een pittige dag morgen. Het is voor beiden een zware dag geweest, in meerdere opzichten, maar hier doen we het voor, dit was wat we wilden zien en meemaken.

[gmap]


jun 27 2010

Mongolië

Daar stonden we dan, na drie kwartier rijden, voor de grens van Mongolië. We waren op tijd, 7.45, en stonden als vierde in de rij. Voor ons stond een gezelschap Russische avonturiers die ons hebben voorzien van een Siberische wodka en een kaart van Mongolië voor de Garmin. Om 9.30 ging de grens open maar natuurlijk moest Joep eerst een stukje terug rijden om een stempel te halen op een formuliertje. De grensovergang was verder zoals inmiddels gewend alleen dan veel trager, met name aan de Mongoolse kant hadden ze alle tijd en vast een soort van systeem maar dat was voor ons niet te doorgronden. Afwijkend was wel dat de gehele Mongoolse grenspost bemand was door (vriendelijke) vrouwen op één man na maar wij vermoeden dat dit therapeutisch was.

Op pad dan maar, de wegen zijn zoals omschreven en zoals verwacht: niet of nauwelijks aanwezig. Het zijn karrensporen van voornamelijk kiezel maar ook zand en keien. Het landschap is ontzettend mooi, leeg, ruw maar ook groen langs de beekjes. Overal zie je herders met vee (yaks, geiten en paarden) en yurts op de groene stukjes land staan.

In Tsagannuur hielden een man en vrouw ons aan die iets onbegrijpelijks zeiden, Joep dacht dat ze wilde liften en gaf aan dat dit niet tot de mogelijkheden behoorde. Jan dacht daar anders over en ze stapten beide op de kist op het zijspan. Gelukkig was hun ‘huis’ niet ver, we werden voor thee uitgenodigd: dat konden we natuurlijk niet afslaan.

Het huis bestond uit een hal (tevens stal) en een kamer (dat was dus de keuken, woonkamer, slaapkamer, enz.) We kregen snoep, koekjes, een soort broodstaafjes, boter om te combineren, thee en yakmelk aangeboden. Dat laatste wordt bewaard in een afwasteil onder het aanrecht, een grote soeplepel wordt gebruikt om uitgebreid te roeren en te gieten en ook om kommen te vullen. Yakmelk smaakt als een combinatie van yogurt, karnemelk, geitenmelk en boter (voor de structuur): yak! Maar eigenlijk viel het best mee.

We zijn goed doorgereden en lopen nog steeds voor op schema (drie dagen plus een beetje) maar we hebben slecht nieuws gekregen: de weg die we hadden willen volgen is onbegaanbaar, hoog water. We zullen een weg om Agit Nuur moeten vinden. De heren van “The Long Way Round” is hetzelfde overkomen en dat was niet het gemakkelijkste stukje van de rit. Spannende dag dus morgen.

De tenten staan weer op een hoogvlakte omringd door bergtoppen, erg mooi. En aan gezelschap ook geen gebrek, men zou eerder van een overschot spreken, we zijn vlak bij een aantal huizen neergestreken. Mongolen tonen hun interesse door op een meter afstand van je te gaan hurken en te staren. We dachten dat hun aandacht vanzelf wel zou verslappen maar nee hoor, ze hebben het de hele avond volgehouden.

[gmap]


jun 27 2010

Altai gebergte

Na een goede nachtrust in de gehuurde hut  en een ontbijt daar (krentenbrood met komkommer) duiken we dan eindelijk het echte Altaigebergte in. En onze verwachtingen worden iedere bocht weer overtroffen! Het begint vergelijkbaar met de Vogezen, mooie wegen en nog niet al te hoog, maar gaandeweg worden de Vogezen ingeruild voor de Alpen, de Dolomieten en de Pyreneeën tegelijk! Man, wat is dit mooi! Stijgen en dalen, haarspeld naar haarspeld, dan weer een paar kilometer door een natuurpark zo mooi, groen, grazige weiden met koeien die niet alleen niet oversteken  maar doodleuk blijven staan, wilde paarden, schapen, geiten, honderden grote roofvogels, ongelofelijk! Je weet niet waar je kijken moet, het landschap verandert na elke bocht en elke pas; hier heeft de mens niet ingegrepen, dit is puur natuur! Daar waar je in Zwitserland het idee hebt deel uit te maken van een modelspoorbaan en modellandschap, voel  je je hier deel van een oeromgeving en ben je klein en nietig. De huizen die we tegenkomen in de veelal kleine dorpjes zijn van hout, de wegen zijn zanderig en stoffig, op de hoofdweg dorp-in na, dat is nog asfalt. De wegen stijgen en het is afgelopen met dalen; we zitten nu op 1777 meter boven zeeniveau op de hoogvlakte; hier groeit alleen nog helmgras en de wind heeft vrij spel. We besluiten de tent op te zetten en zijn omringd door besneeuwde bergtoppen, die zachtoranje kleuren in de ondergaande zon, We worden er stil van, zo’n verstilde schoonheid.  We staan 60 km voor de grens met Mongolië, morgen gaan we ons laatste land in.

[gmap]


jun 27 2010

De droom van Joep

Vanmorgen eens uitgebreid ontbeten, eieren, een soort van tostie, koffie en een sapje; puur luxe. Op weg naar de Altai! Het weer is drastisch omgeslagen, de temperatuur is nog niet de helft van gisteren, maar wel lekker, een keer niet zwetend wakker worden. Gisterenavond stonden we nog even buiten het hotel toen met een enorm kabaal een vrachtwagen met een onbegrijpelijke manoeuvre drie staande lantaarns van het hotel ramde. Dan is het niet de bedoeling dat je de zooi opruimt, auto aan de kant en schadeformulier gaat invullen, maar je laat de vrachtauto gewoon midden op straat staan, de rommel (glas, bumper en wat losse auto-onderdelen) laat je lekker liggen en je gaat maar eens bellen. Na de chauffeur en zijn bijrijder een keer of 8 rond de auto hebben zien lopen en er na een half uur nog geen enkele aktie viel waar te nemen, zijn we maar weer naar binnen gegaan (vanmorgen was overigens wel alles weg). Eerst nog even lijm gehaald om het handvat van de Honda vast te zetten, en dan echt op weg. Rusland is een wezenlijk verschil met Kazachstan, het uiterlijk van de mensen is plots niet meer Aziatisch maar bijna Europees, de wegen liggen er goed bij en een stad als Barnaul is bijna westers. De Altai is een middengebergte waarna wij op weg zijn;  hier hebben wij naar uitgekeken,  voor Joep een hoogtepunt, voor Jan ook hoewel die zich enorm op Kirgizië had verheugd. Stenen moeten blijkbaar worden aangevoerd want alle huisjes zijn nog van hout, lijkt wel Hans en Grietje. Zo te zien is ook stromend water een probleem, want leidingen zijn nergens te zien; daarentegen zijn er wel veel beken en veel land is overstroomd. We zien wel weer wilde paarden! De wegen kronkelen zich door het voorland van de Altai en overal is politie, in elke zijweg staat een patrouilleauto, in elk dorp staan deze wetshandhavers. Dat noopt ons, en niet alleen ons, om de wettelijke snelheid beter niet te overschrijden hoewel de wegen daartoe wel uitnodigen! Bij een panoramapunt gestopt om even de omgeving goed in ons op te kunnen nemen, en we worden meteen overvallen door een Russin die, als ze hoort dat we niet uit Duitsland maar uit Nederland komen, enorm enthousiast wordt en ons moet zoenen; waarom blijft duister, maar haar enthousiasme is wel erg leuk! We horen meteen ook van haar waar al die politie onderweg  voor diende; op enig moment kwamen er ons een aantal voorbij gescheurd met geblindeerde volgwagens erachter. Poetin was in het land en is ons gewoon gepasseerd zonder iets te zeggen! Wat een knurft om ons niet even goeiedag te zeggen, we waren met onze oranje regenpakken aan toch echt niet te missen! Maar goed, dan niet, we rijden lekker door en het landschap wordt alleen maar mooier. Het is ruig maar ook zacht van vorm, het echte gebergte moet nog komen. Omdat het weer naar regen dreigt (afgelopen nacht heeft het Barnaul gegoten), besluiten we te overnachten in een hut, oftewel een kale kamer met een bed en een peertje d’r boven; verder schoon en gaat het gieten, dan liggen wij droog!

[gmap]


jun 22 2010

Back in Russia

Gisteren zijn we om 7.30 de muggen ontvlucht die bivakkeerden in hetzelfde weiland waar wij onze tenten hadden opgezet. Motorkleding aan, helm op, tent inpakken en wegwezen.

Voor de middag waren we al in Barnaul (hele grote stad) waar we een hotel hebben gezocht en de rest van de dag hebben besteed aan het vinden van een vervangende netbook-lader. ’s Avonds brak er een gigantisch noodweer los, we waren blij niet in de tenten te liggen.

Nu vertrekken we richting de bergen, op naar Mongoilië!


jun 21 2010

Dag Kazachstan!

We hebben de motoren ’s morgens opgehaald en sober afscheid genomen van Sergei (Victor was er niet); door naar het hotel en alles opgeladen, water bijgevuld en gaan! Het was heerlijk om weer zelf te rijden, en eenmaal zijn we aangehouden door belangstellende agenten, en ook eenmaal door agenten die bijbeunen (kun je niets tegen doen, that’s the way it is). Wat we wel hebben gedaan, is een zg. politieportemonnee creëren, dus een waar een bescheiden bedrag in zit zodat we hen een complete inhoud kunnen geven! De route gaat richting Semey door een mooi, afwisselend landschap, groener als we gewend waren met riviertjes, alleen minder dieren dan tot nu toe. Verder een mooie, rustige dag die we afsluiten met een risotto en een pilsje bij de tent.

De volgende ochtend weer door, we hebben tenslotte een queeste! De wegen zijn beter als gedacht (en gewend), zodat we behoorlijk opschieten, ondanks de weer verrekte hogen temperatuur. Tot onze verbijstering komen er uit een zijpad plots twee mensen aangefietst: Jon en zijn vriendin Nic, die al een jaar onderweg zijn! Zij fietsen van Engeland naar Ulaanbaator in Mongolië, en dan wellicht nog wat verder, afhankelijk van de financiën. Ze hebben de banen thuis opgezegd, auto’s verkocht en dan maar fietsen. En dat in die bloedhitte! Jon blijkt een motorenthousiast te zijn, en heeft thuis een ….. Moto Guzzi, yes! Die staat te koop, maar hij wil graag de Yamaha van Jan hierop inruilen, en wil nog liever het span vanuit Mongolië even naar Europa terugrijden! We wisselen internet – en emailadressen uit, en wensen hen veel fietsplezier! In de middag wordt Jan weer eens door een dikke politieman aan de kant gedirigeerd, maar voordat die tot actie kon overgaan kwamen van de andere kant 5 Duitse motorrijders die er gezellig bij kwamen staan. Dat werd de eenzame politieman te machtig, en vrolijk reden wij allen weer door, zij op weg vanuit Mongolië naar Duitsland, en wij de andere kant uit. We hebben van hen nog even een adres gekregen van een goeie gastiniza in Ulaanbaator en tevens de tip om het transport terug van de motoren per trein te doen (met bijbehorend adres van het transportbedrijf) en verder op weg naar ons einddoel voor vandaag. Dat was ergens in the middle of nowhere waar de tenten werden opgezet; Joep z’n Honda had wat last van indigestie, en na Bart van sponsor MHE te hebben geraadpleegd heeft Joep het herstel zelf ter hand genomen en succesvol afgerond! Oh ja, onderweg stond er een koe nog knap hinderlijk midden op de wat smalle weg die van geen wijken wist;  Jan claxonneerde zich een ongeluk, maar het enige wat die koe als respons gaf, was ongelofelijk dom kijken. Uiteindelijk capituleerde ze toch en sjokte de steppe weer in. Over koeien gesproken, ’s avonds bij de tenten kwam er een volledige kudde voorbij gesjokt met veel jonge kalfjes d’r tussen; op Joep zijn avances gingen de dames  terecht niet in, zodat ze in de avondschemer verdwenen en wij van weer een welverdiende nachtrust konden genieten. Nadat wij overigens de tenten waren ingevlucht doordat er duizenden kleine vliegjes en muggetjes ons verder buiten zitten onmogelijk hadden gemaakt!

De volgende ochtend vroeg opgestaan om die @#$%^vliegjes voor te blijven en vlot doorgereden tot het eerste café waar we konden ontbijten. Nou, dat kon: buiten stond een soort van Ford Transitbus waar zo’n 17 mensen in konden die allemaal binnen zaten te ontbijten en ons aankeken of we aliens waren! Toen Jan even naar buiten ging voor een sigaretje was die meteen de klos: om 0900 uur ’s morgens werd hem een welkomstgeschenk aangeboden, namelijk brood (oké), gedroogd vlees (ook oké) en een glas wodka (wat minder oké).  Reizen is ook andere gewoontes leren kennen, dus hap, slik, weg. Joep zijn maag is net weer een beetje op orde, dus die ziet heel verstandig van het geschenk af. De Honda loopt weer lekker, maar bij een tankstop geeft de Yamaha geen sjoegge meer; net voor een garage trouwens! Het blijkt een los contract met de accu te zijn, en het plaatselijke genie heeft dit vastgezet; onderweg hebben we dit nogmaals moeten doen en toen maar de nieuwe moertjes gebruikt die we hebben meegenomen (gelukkig niet voor niets!) De weg verder is bagger, Jan is blij als die af en toe wel 30 km/uur haalt; Joep kan rustig met meer als het dubbele over de “weg” zodat het onderlinge verschil erg groot wordt. De oplossing is dat Joep vooruit rijdt en dan maar op Jan wacht die alleen maar bezig is om de zaak heel te houden, gaten (echte gaten van meer van 40 cm diep en 4 m2!) ontwijken en toch proberen om nog vooruit te komen.  Uiteindelijk komen we aan in Semey, waar we graag een hotel wilden, al was het alleen maar om ons op te frissen. Niets te vinden, dus een taxichauffeur aangehouden en die gevraagd: 300 meter terug is een hotel…. Wij daarnaar toe; het blijkt een leegstaand volledig gemeubileerd appartement te zijn, vrij prijzig voor Kazachstaanse begrippen, maar we besluiten het toch te nemen. De motoren staan op het terrein van het complex, maar ’s avonds staan er plotseling 3 man voor de deur (waarvan er 1 ongevraagd binnenstapt) die ook nog eens geld vroeg voor het feit dat hij als bewaker was aangesteld! Joep heeft hem ongezouten verteld wat hij daarvan dacht en de kamer uitgebonjourd. Naderhand hebben we de deur van de kamer wel afgesloten, we houden beiden niet zo van dit soort ongenode bezoekers!  ’s Morgens bij het opladen van de motoren werd ons nogmaals een briefje voorgehouden met wat de bewaking ons wel niet zou kosten, maar na een kortaf “njet” onzerzijds droop de bewaker af.

De volgende ochtend weer vroeg vertrokken, we moeten Kazachstan uit en Rusland in zien te komen.  De weg is mooi, we gaan door een natuurgebied heen waar het wemelt van de roofvogels op zoek naar een lekkere snack.  Kazachstan uit viel niet tegen, anderhalf uur papieren invullen en wandelen van loket naar loket, maar ze zijn erg vriendelijk; Rusland in duurde ook zo’n anderhalf uur, waarvan een half uur tegen een huisje aanleunen, totdat de bus voor ons was vrijgegeven door de Russische grenswachten. Het stikte er werkelijk van de vliegen die overal inkropen, je neus, je oren, je mond zodra je deze open deed! Joep trok z’n helmmuts over zijn hoofd zodat hij volledig bedekt en onherkenbaar werd, maar wel vliegenvrij! Het blijft een bureaucratisch gebeuren, van loket naar loket, formulieren invullen, ergens anders weer afgeven,  maar we worden in Rusland hartelijk welkom geheten. Bij de eerste mogelijkheid gestopt om ons vochtgehalte met een liter cola aan te vullen; daar staan 3 dronken jongeren in ontbloot bovenlijf ons op te wachten, waarvan er in ieder geval één zo zat was een aap. Die vond ons buitengewoon interessant en kwam aan tafel erbij zitten, wat wij geen onverdeeld succes vonden; dus de cola rap naar binnengeklokt en vlug weg daar, we voelden ons niet op ons gemak. De weg naar Barnaul (ons volgende einddoel) is ongekend goed, dit hebben we al een hele tijd niet meer gezien, een vlakke weg!! Ons definitieve einddoel, Mongolië, komt steeds dichterbij, enkele dagen Rusland en dan hopen we aan de Mongoolse grens te staan.

[gmap]


jun 17 2010

SOS en BBQ

Gisteren hebben we dan eindelijk de eerste lading schoolspullen afgeleverd. Uiteraard werden we weer precies op tijd opgehaald door Sergei (ondanks dat we aandrongen om zelf te lopen) en natuurlijk lieten ze ons niet op eigen navigatie naar het kinderdorp rijden: dus achter een auto aan.
Daar aangekomen vlogen er meteen een paar kinderen op de motoren af en werden we ontvangen door twee dames van de directie. Één van deze dames kon zich Cees en Bart nog goed herinneren. We kregen een rondleiding en hebben de spulletjes overhandigd. Ze doen daar heel mooi werk, de 67 kinderen in het dorp krijgen in 11 gezinnen echt een nieuw gezinsleven.

De terugweg was op eigen benen en dat was ook goed te merken, toen we Almaty uitreden zijn we maar eens omgedraaid: de tweede poging slaagde wel.

De motoren weer in de garagebox op het werk van Sergei en Victor gestald wilden we te voet terug naar het hotel. Dat werd natuurlijk niet toegestaan en na 50 meter lopen reed Sergei naast ons: “Taxi Service!”. We hadden al een aantal pogingen gedaan om Victor en Sergei uit te nodigen bij het Hotel voor een biertje maar vandaag was Sergei ons voor: om 18.30 worden jullie opgehaald voor een barbecue. Het was niet alleen ontzettend lekker maar vooral erg gezellig, de vrouwen van beide heren en de broer van Victor waren ook aangeschoven. Op de een of andere manier hebben we toch redelijk goed kunnen communiceren en gelachen.

Ontzettend hartelijke mensen, het is jammer om weer afscheid te moeten nemen.


jun 15 2010

Groot onderhoud

Vanmorgen goed uitgeslapen en op naar het ontbijt; omdat wij ons een uur hadden vergist, was dat natuurlijk alweer voorbij. Dan maar naar het restaurant waar een Kazachstaanse juffrouw ons bediende, die in ons een uitgelezen mogelijkheid zag haar engels te oefenen. Alleen de vraag of Joep een cappuccino wilde met melk, ja, dat is toch effe wennen! Maar de sandwich smaakte ons prima, en rond 1300 uur kwam Victor ons zoals afgesproken ophalen en reden we naar zijn werk waar de trouwe Kamaz-truck met zijn kostbare lading (onze motoren met alles d’r op en d’r aan) stond. Beiden werden afgeladen en we hebben de allerergste zandhopen met de hogedruk verwijdert. Daarna de stad in, op zoek naar een Honda dealer voor Joep zijn Transalp, voor wat herstelwerkzaamheden. Almaty is een grote stad met meer als een miljoen inwoners, en dat is te zien: door de smog waren de bergen van Kyrgizie nauwelijks te zichtbaar! Een Honda motordealer trouwens ook niet, zodat we besloten terug te rijden en maar zelf het onderhoud te doen. Dat bleek een kolfje naar de hand van zowel Victor als Sergei, die er beiden lol in hadden om de Honda beter te krijgen dan dat deze bij vertrek uit Sittard was; en dat is ze ook gelukt. Dit soort mensen zijn zo verrekte innovatief en herstellen met bescheiden middelen en op onorthodoxe wijze alle onvolkomenheden, daar kan een gemiddelde Nederlandse monteur nog een puntje aan zuigen! Er moeten al heel gekke dingen gebeuren wil de Honda nog een keer desintegreren! Oh ja, de Yamaha had enkel een nieuw richtingaanwijzerlampje (3 x woordwaarde) nodig en 2 liter olie….. die Joep met Victor is gaan halen, en terecht kwam in een soort van markt met honderden en honderden stalletjes die allemaal iets verkochten wat met auto’s te maken had.

Gezien de toestand momenteel in Kyrchizie hebben wij wijselijk besloten dat land niet met ons bezoek te vereren; heel jammer, want dat zou een van de landschappelijke hoogtepunten worden. We hebben wel de bergen gezien vanuit de verte, maar het zou niet van wijsheid getuigen om die ellende op te gaan zoeken! Ons reisplan is nu zo dat we verder naar het noorden van Kazachstan gaan, richting Semey, maar morgen gaan we eerst spullen afleveren bij het SOS-kinderdorp hier in Almaty.

Even nog iets: de manier waarop mensen ons benaderen is zo open en hartelijk dat wij regelmatig in verlegenheid geraken; mensen doen dingen voor mensen omdat ze het fijn vinden en leuk, en niet om iets terug te verlangen. Als je toch wordt beheerst door fictieve beren op de weg (weet je wel wat er allemaal kan gebeuren?), mis je toch wel een heleboel. Voorlopig is ons mensenbeeld positief bijgesteld en hebben wij veel ongelofelijke contacten!

En dan nog een nabrander van Joep die dit in het vorige bericht is vergeten te plaatsen: gisteren opnieuw contact gelegd met een ijverige politieman. Helaas bleek het verhaal van de diplomaat in Atyrau niet geheel op de realiteit gebaseerd. Deze beweerde namelijk dat smeergeld betalen niet verstandig was omdat er een grote campagne gaande is tegen corruptie in Kazachstan. Laat ik hem en jullie dit vertellen: als iemand doet alsof hij een geweer op je richt is de gedachte van weigering snel weggeëbd. Victor en Sergei vonden het om een bepaalde reden verstandig om een omweg te maken over een bergpas, daar in een dorp reden we tegen een politiecontrole aan (die om de haverklap langs de weg staan) en de man in uniform hield ons staande. Hij droeg Victor op zijn vrachtwagen om te draaien en om het dorp heen te rijden en nadat het nodige smeergeld was betaald deden we dit ook. Helaas kregen ze hierdoor de motoren in de smiezen en werd ons nogmaals verzocht te stoppen, deze keer moest Joep meelopen. Jan lag ondertussen verstopt in de slaapcabine want er mogen maar 3 mensen in de cabine meerijden. Zodra de agent een westerling in het vizier (figuurlijk) kreeg kwam nog maar een gedachte, en woord, in hem op: “dollar”, en wel 200 alstublieft. Joep begon moedig met het toneelspel van de domme tourist: “no dollar, ik begrijp niet wat je zegt”. Oom agent lachte vriendelijk en nam zijn rol ook vol overtuiging op, eerst was het paspoort van Jan niet goed, daarna dat van Joep niet; dan moet je mee naar het bureau en uiteindelijk het denkbeeldige geweer met bewegende vinger op de trekker. Hij bleef maar hameren op dollars maar Joep hield voet bij stuk, dan maar Tengé: 10000… Joep kan grote ogen opzetten en dat heeft hij bewezen. Dankzij een onderhandel poging en zielige blik is de schade uiteindelijk beperkt gebleven tot 2000 Tengé: een tientje en het gekke is; je bent zo’n man nog dankbaar ook. Overigens is deze lage prijs meer te danken aan de overduidelijk zichtbare spanning en gevoel van medelijden daarvoor dan het onderhandel talent van Joep.


jun 15 2010

Uitholling overdwars / an offer you can’t refuse / eind goed, al goed

Uitholling overdwars / an offer you can’t refuse /  eind goed, al goed

Dit is een relaas over 2 dagen in 3 delen;  dat komt omdat er zoveel te vertellen is.

Op zaterdag vertrokken wij vol goeie moed; eerst nog even een camera voor Joep kopen en dan kilometers maken! Wij hadden met opzet de weinig aantrekkelijke rode (op de kaart dan) hoofdweg genomen om de opgelopen achterstanden in kilometers en dagen zoveel als mogelijk in te lopen, en daartoe lijkt de hoofdweg dan het geijkte middel.  Dat moest, ook bij navraag, een goede weg zijn; en inderdaad, de eerste 150 km gingen vlot over een strakke, nieuwe asfaltweg waar wij de enige berijders van waren! Tot de eerste wegwerkzaamheden;  daar stond een jongeman iedereen de parallel lopende zandweg op te sturen. Uitleg: een zandweg is in Kazachstan een soort van crossterrein met talloze sporen waar al het reguliere verkeer op rijdt als de “gewone” weg niet berijdbaar is, dit crossterrein bestaat uit een meter diep uitermate dun duinzand, dan weer gelardeerd met -uiteraard bijna onzichtbare-  kleine keien, grote keien, diepe sporen, kuilen, dan weer met iets van ontzettend grof grind en tenslotte overal wasborden.  Dat zagen we nou net niet zitten, het ging lekker op die nieuwe weg, dus na  de bewaker te hebben omgekocht met een strip Dextro mochten we doorrijden. Bewaker nummer twee was zonder Dextro ook akkoord, bewaker nummer drie had wat meer verbale overredingskracht nodig, maar we reden nog steeds op asfalt! Toen hield de weg op.  We hebben de crossbaan  70 km volgehouden, Joep is diverse malen zonder veel schade gevallen, op enige mate zelfs zo dat zijn versnellingspedaal achterstevoren stond…. Dat hebben de locale wegwerkers met vereende krachten weer enigszins goed gebogen en Jan hebben ze een paar keer los moeten trekken want die zat vast.  De avond begon inmiddels te vallen, dus hebben wij linksaf de woestijnsteppe ingestuurd en op zo’n 20 meter van de weg de tent opgezet; we zagen eruit alsof we Parijs-Dakar hadden gereden.

Op onze stoeltjes gezeten waren wij de a vondzon aan het bewonderen en de schade van de dag aan het doornemen;  van het inlopen van tijd en kilometers was helemaal niets terecht gekomen, sterker nog, we hadden nog meer verloren. Het doel van die dag lag namelijk nog 150 km verder als waar we nu waren gekomen.  De omgeving was waarlijk fabuleus: waar je ook keek, je zag niets anders dan woestijnsteppe, geen gebouwtjes,  geen mensen, geen wegen, zo ver als je maar kijken kon van horizon tot horizon, kilometers en kilometers ver! Door de schemering kwam een truck met aanhanger aangecrosst die zichzelf naast de tent parkeerde, en daaruit kwamen Victor en Sergei, onderweg vanuit Actobe naar Almaty; zij wilden bij ons de nacht doorbrengen en als een soort van grapje vroegen wij of de motoren niet op de lege Kamaz truck konden, en zo naar Almaty. Ja hoor, geen probleem! De volgende ochtend bleek het geen grapje van de heren te zijn, en moest er even naar Aral worden gescheurd met hen als back-up achter ons aan, en daar was dan een mogelijkheid de motoren op te laden; zo gezegd, zo gedaan en om 0600 uur waren we op weg en om 0900 stonden we in Aral met de Honda en de Yamaha vast achter in de laadbak! Dit was het schema:

0600 uur: vertrek uit de woestijn

0900 uur: opladen in Aral en op weg naar Almaty (afstand rond de 2000 km)

1100 uur: kopgevulde soep als ontbijt (en ook lunch bleek later)  (=20 minuten pauze)

2200 uur: kop thee en 2 hardgekookte eieren (= 30 min pauze)

0300 uur ’s nachts: stop, even slapen

0600 uur: 1 pakje Sultana als ontbijt en verder rijden

1600 uur: iets met pasta en vlees als avondeten (= 30 min pauze)

2400 uur: Chai (thee), pannekoeken en gebakken eieren (= 20 min pauze)

0300 uur ’s nachts: aankomst Almaty.

Al die tijd heeft Victor gereden, en hebben Sergei, Jan en Joep naar buiten gekeken en sigaretten aangegeven……  We zijn door prachtige landschappen gereden en hebben in de slaapcabine wat gerust en gezweet; onderweg door een schitterende canyon gereden waar maar 1 boom stond met, jawel, een natuurlijke waterbron! Natuurlijk zijn we ontzettend dankbaar voor deze ongelofelijke gastvrijheid en voor de gevolgen die dit heeft op ons schema maar toch vinden we het hier en daar een beetje jammer dat we niet met volle teugen (zoals op de motor) kunnen genieten van de landschappen waar we doorheen komen. Deze bestaan voornamelijk uit zand, zand en zand maar ook bergen met witte toppen (op 100 km afstand) en waterlandschap met rijstvelden. Overal kom je vee tegen, vooral koeien, paarden en ezels (met heel veel kalveren en veulens) en ook veel honden (en dus ook puppies: soms moederziel alleen in het niets). Het is duidelijk zichtbaar dat dieren hier niet op de eerste plaats komen, de PVDD heeft in Kazachstan nog geen zetel veroverd. Voor dierenliefhebbers zoals wij is dat ook een van de moeilijkste dingen om te moeten zien.

Ondanks dat we niets doen, zijn we bekaf, en blij als we in Almaty door Victor en Sergei naar een gastiniza worden gebracht: de motoren blijven nog even op de wagen en gaan we de volgende ochtend ophalen. Wij zijn weer een uur verder (tijdszone vergeten, het is geen 0400 maar 0500 uur), gaan uitgebreid douchen en onze kleren een beetje fatsoeneren. Eerst wat slapen en morgen naar het SOS kinderdorp en een garage zoeken om de motoren wat op te kalefateren.


jun 11 2010

Crossen in Kazachstan

Het was in de 3 x 3 mtr kamer de afgelopen nacht zo verrekte heet dat wij geen van beiden goed hebben geslapen; de wekker liep af om 0500 uur en we vertrokken een uurtje later om de warmte voor te blijven. Dat lukte prima, en de lessen van de vorige dag nog in gedachten dook Jan direct het zand in terwijl Joep zijn geluk ging beproeven op de weg. Dat was maar af en toe succesvol (lees: rijdbaar), zodat ook Joep regelmatig zandhaas werd.  We hebben zo aardig wat kilometers bij elkaar gecrosst, maar qua gemiddelde snelheid per uur kwamen we niet boven de 25. Op enig moment werd de weg beter en het zand slechter, zodat Joep voortvarend Jan voorbij ging en aan de horizon verdween; op dat moment gleed het voorwiel van Jan’s Yamaha weg en de hele combinatie gleed in een droge watergeul en stond daar muurvast. Na 10 minuten kwam Joep eens kijken waar Jan bleef, en de sleepkabel moest uitkomst bieden. Deze werd vastgeknoopt aan een passerende Mitsubishi Pajero en de reis kon worden vervolgd zonder enige schade, behalve wellicht een klein deukje in iemands ego!

De hitte werd voelbaar door de kleding heen, en zelfs zichtbaar, toen wij een vale gier zagen die langs de kant van de weg zat en een stukje het veld in zweefde toen wij te dicht naderden; hij zal toch niet op ons hebben zitten wachten?

We wilden vandaag toch ons einddoel Quandyaghash halen, en daarvoor moest er worden doorgereden; om 1700 uur bereikten wij moe en onder het zand Quandyaghash; wij wilden graag iets met een douche! De stad is helemaal niets, alleen huizen en zand, en 2 gastinitza’s (soort B & B’s); Jan vroeg aan een locale bewoner waar er een was en werd vervolgens in die bloedhitte met motorkleding aan de halve stad doorgesleurd, let wel, te voet! De eerste stop was een oude vrouw met 1,5 tand die meende dat als je maar hard genoeg riep, mensen je wel zouden begrijpen, ook al komen ze uit een ander werelddeel. Niet dus. De tweede eigenaresse lag op de bank uit te buiken, maar had wel de goedheid om te vertellen wat de kosten waren; toen ze had gehoord dat wij uit het rijke westen kwamen, werd de prijs ter plekke verviervoudigd!! Ook niet dus.  We willen toch wel errug graag iets met een douche, dus nog maar verder gereden naar Actobe, waar gestopt werd bij een hotel. Dat heeft geen internet, dus neemt Joep het op zich om een hotel met internet te zoeken. Alleen is Actobe zo groot, dat na een half uur zoeken het centrum nog niet is gevonden, dus het internet-loze hotel toch maar geaccepteert; per slot is het 2000 uur en zijn we vanaf 0600 uur aan het rijden! De kamer ligt op de derde etage (nee, geen lift) en is hartstikke mooi! Joep heeft het met zijn gebruikelijke charmes weer voor elkaar dat we ook nog wat te eten krijgen, en na het douchen (we stonden beide nog in onderbroek) wordt het eten binnengebracht, een tafel  vol! En het smaakte heerlijk, zeker met vergezellende biertjes.

We waren nauwelijks uitgegeten of er kwamen vier leden van de plaatselijke motorclub (zie film: ‘Wildhoggs’) binnen wandelen. Gelukkig sprak een van deze heren een paar woordjes Engels en hebben we een motorgesprek kunnen voeren (ja: Joep deed inderdaad alsof). Nou we gaan maar eens genieten van onze welverdiende rust.