jul 9 2010

Epiloog

Jan

De reis zit erop, dit eindwoord schrijven wij tijdens de eindetappe van Moskou naar Amsterdam; tijd voor een nawoord derhalve.

Allereerst zijn wij al die tijd blij verrast geweest door de grote hoeveelheid reacties op onze berichten, jullie weten niet hoe goed ons dat heeft gedaan gedurende de gehele trip! Weten en lezen dat mensen waar je om geeft intens met je meeleven geeft een boost als je even kapot zit, en doen je gewoon hartstikke goed; daarom, iedereen hartstikke bedankt daarvoor!

Ten tweede willen wij natuurlijk al onze sponsoren bedanken voor de ondersteuning welke wij hebben genoten in de vorm van spullen; dankzij bijvoorbeeld  de uitmuntende kleding van Lookwell   is Jan er goed vanaf gekomen na zijn ongeval!

Tja, een buitencategorie is Joep; ik had me geen betere reismaat kunnen wensen, en zonder hem was de reis –als die al had plaatsgevonden- heel wat chaotischer verlopen en was ik waarschijnlijk nu nog in de woestijn naar het juiste spoor aan het zoeken.

De reis is voor mij begonnen als de vervulling van een droom, namelijk andere landen, volkeren en culturen zien, en vooral Mongolië. Alles wat ik me ervan had voorgesteld is uitgekomen, en meer dan dat. Ik heb landschappen en kleuren gezien die ik me nooit had kunnen voorstellen, zo mooi. Het was verrekte zwaar, veel zwaarder dan ik me had voorgesteld;  toch haal je dan ergens krachten vandaan om door te gaan. Ik heb doodse stiltes gehoord, de meest waanzinnige zonsondergangen gezien, onbekende dingen gegeten en gedronken, nieuwe vriendschappen gesmeed met de meest prachtige mensen, en bovenal iedere dag genoten. Als er iets is dat ik geleerd heb is het dat je dromen die je hebt, moet trachten te realiseren, hoe lastig deze ook lijken; ook zou iets meer structuur in mijn “planning” wel eens iets meer kans op een goede afloop kunnen betekenen. Het was een heerlijk avontuur wat ik nooit zal vergeten; ik koester de opgebouwde vriendschappen, speciaal met Joep waarmee ik heb gelachen en tranen gelaten; zo, nu ben ik doodop en blij als ik dadelijk Marij weer zie. Van Joep krijg ik alle foto’s en zal dan de reis in zijn geheel, in alle rust, weer opnieuw beleven; ik verheug me daarop!

Joep

Jan ging met de motor naar Mongolië en ik besloot mee te gaan: ik heb mezelf altijd een echte avonturier gevonden en dit was een uitstekende gelegenheid om dat in het echie te testen. Een kans die maar één keer voorbij komt en die je moet grijpen. Waarom naar Mongolië? Daar ging Jan naartoe, als hij naar Tanzania was gereden was ik ook meegegaan. Je gaat jezelf tegenkomen; het zal je leven veranderen. Ja dat zal wel: ik ken mezelf ondertussen prima.

En ik ben mezelf tegengekomen en wie weet wat er blijft hangen van de geleerde lessen:

  1. Soms ben je afhankelijk van andere mensen, overal zijn goede mensen die het beste met je voor hebben,
  2. Je kan niet alles controleren, als je loslaat komt alles ook goed,
  3. Als je maar gewoon doorgaat kan je heel ver komen,
  4. Nederland is een paradijs,
  5. Koester wie je lief hebt,
  6. Snoetenpoetsers zijn handig voor op reis,

Ik heb onvoorstelbaar mooie dingen gezien en ontzettend lieve mensen ontmoet. Ik heb mijn gezin, familie en mijn moeder ontzettend gemist (nooit van mezelf gedacht). Zonder de zekerheden van de westerse ‘beschaving’ kan je heel eenzaam zijn.

Jan is een bijzondere vriend geworden, hopelijk houdt dit lang stand.

Nu genieten van mijn leven zoals het bestaat en zich ontwikkeld.


jul 9 2010

Naar huis

Gisteren, zaterdag dus, werd Jan als eerste wakker, wat ook wel mocht daar hij bijna 12 uur in bed had doorgebracht; als eerste maar een mager ontbijt, maar geroosterd brood met jam was toch wel 5 weken geleden! Joep had ’s avonds bij het luisteren naar het radioverslag van Brazilië – Nederland een complete zak chips naar binnen gewerkt, maar daarvan lag het vetgehalte aanmerkelijk hoger dan bij ons gebruikelijk, dus wat later kwamen al die chips in een gewijzigde volgorde er weer uit en voelde Joep zich knap ellendig. Zijn maag is nu leeg, en rust is dan een goede oplossing, dus die probeerde nog wat slaap te pakken. Guesthouse oasis bleek ook het uiterlijk van een oase te hebben, namelijk een vriendelijk, rustig gebouw met daarin een klein restaurant waar je verder ook de dag kon doorbrengen, een terras met houten tafels en uitzicht op een kleine groene tuin met op 10 meter een 5-tal  gers, oftewel de traditionele vilten Mongoolse tent waarvan wij er onderweg zoveel van hebben gezien.  Deze gers echter worden gebruikt als gastenverblijven, en er staat het hoognodige in: 4 bedden, een wastafel, een klein bijzettafeltje en een wat grotere tafel in het midden; het is een eenstokker tent, en aan die ene paal zit tevens de lichtschakelaar voor de enige lamp en een stopcontact. Langzaam werd Joep ook wakker en hebben we wat kennis gemaakt met de overige gasten: het blijkt een verzameling vreemde snuiters te zijn. Hubert is een Fransman van 62 jaar die eigenaar was van een designbureau in New York, totdat hij zich 6 jaar geleden afvroeg of het leven niet meer te bieden had. Hij kon voldoende geld genereren om 10 jaar te reizen en daarna arm te eindigen, of hij kon nog 10 jaar in New York werken en, gezien de kosten van leven daar, ook arm eindigen. Hij koos voor de eerste optie, schafte zich een Ural zijspan aan en is bezig om op z’n dooie gemak de wereld rond te rijden; hij heeft ook alle tijd, en is al sinds november in Mongolië omdat hij daar “de winter wel eens wilde meemaken”. Een alleszins intrigerende man. Dan zijn er nog Duitsers die op de takelwagen hun BMW motoren hebben staan: van de ene zijn beide schokbrekers helemaal lek geslagen op de Mongoolse “wegen”en van de ander is van alles afgebroken met dezelfde oorzaak. De berijders van de schokbreker-BMW heeft maar liefst 1500 km staand op de voetsteunen door Mongolië gereden, omdat zonder vering zitten helemaal niet mogelijk is, gezien de klappen die je ruggengraat dan krijgt. Een andere Nederlander is er ook: deze is met een collega “die ook wel van reizen houdt” met de Trans Siberië Express naar Ulaanbator gereisd, en zijn na aankomst direct de volgende dag een paardentrail gaan doen, oftewel met paarden onder begeleiding 4 dagen de steppes op en bij de localen ook logeren. En eten wat zij eten. Dat resulteerde in een knap pijnlijk achterwerk en bovenal een behoorlijke diarree! Wij hebben deze dag verder doorgebracht om een lekker te relaxen, grondig te douchen, kleren te laten wassen en Jan heeft zelfs zijn haar laten knippen. Aan het einde van de middag de warme maaltijd besteld, en daar Joep zijn maag nog net geen 100% was, heeft hij het verstandig en rustig aan gedaan, de chips ervaring was nog veel te vers! Wat later kwam er een nieuwe groep motorrijders binnenvallen, en wel de groep die wij enkele dagen ervoor in de woestijn gesproken hadden, enkele uren na het ongeval van Jan. Het zijn een stel collega’s die in 4 weken van Londen naar Ulaanbator rijden op gehuurde motoren, meest Yamaha Tenere’s 600; ook voor hen was het behoorlijk afzien de afgelopen weken en terugkijkend was zo’n afstand in 4 weken eigenlijk gekkenwerk vonden zij zelf. Je bent van ’s morgens vroeg tot ’s avonds aan het rijden en je mist ten ene male de tijd om iets te zien, want je moet kilometers maken. Ook wij hadden deze ervaring, ondanks dat wij 1 week meer hebben gebruikt, totaal 5 derhalve. Ierse Jamie en zijn collega’s zijn blij verrast dat wij, die zij in de woestijn voorbij zijn gereden, erin zijn geslaagd toch nog eerder dan zij in Ulaanbator te arriveren, en er ook nog eens fris en gedoucht uit te zien; we helpen ze snel uit de droom middels het verhaal over onze privé jet, echter niet nadat we hen met een onschuldige blik te hebben gevraagd  “What took you so long??

We worden een paar maal gebeld door de SOS-alarmcentrale: het blijkt een heel gedoe te zijn om zaken voor ons te regelen; daar waar Jan in de Cessna een dubbele zitplaats van de dokter kreeg toegewezen om zijn gewonde been te laten rusten, is deze plots van mening dat er gewoon gereisd kan worden, zonder extra voorzieningen. Wij proberen dit te communiceren met hen, maar het gaat verre van soepel, maar uiteindelijk besluiten ze toch onze terugreis voor ons te regelen; dit resulteert in een telefoontje dat er plaatsen zijn op een vlucht naar Amsterdam met een tussenstop in Moskou, waarvan we van de drie plaatsen er twee zelf moeten dokken. Nou ja, dat was ook oorspronkelijk de bedoeling, dus wat kost het? Nou heren, dat komt dan op ruim 1700 euro per persoon! Kijk, daar hadden wij even geen zin in: Joep gaat nog geen 5 minuten op het internet en komt met een prijs van nog geen 500 euro, dezelfde vlucht, morgenvroeg (zondagochtend) en dan landen we rond 22.30 uur NL-tijd in Amsterdam! Dus willen we zelf boeken, maar dat moet weer via een 0900-nummer, dat kun je vanuit het buitenland niet bellen, Marij heeft daar een uur in de wacht gehangen en nog niemand aan de telefoon gehad, maar toch besloten geld over te maken en ’s avonds zouden we de tickets via e-mail ontvangen. We wachten vol spanning af en gaan niet met een groepje Duitsers de stad in om de wedstrijd Duitsland – Argentinië te bekijken.  In plaats daarvan gaan we vast pakken om klaar te zijn en raken aan de praat met Sybille, uitbaatster van het guesthouse, samen met haar man; zij blijkt 15 jaar geleden naar Ulaanbator te zijn gekomen als jonge vrouw om gevangenen te helpen, oa na hun vrijlating. Ze vertelt onthutsende verhalen die hard aankomen, want wij hebben eigenlijk enkel de mooie kanten van Mongolië gezien, voornamelijk landschappelijk. Dat het een hard volk is, hadden we zelf ook opgemerkt, maar hoe hard het daar daadwerkelijk aan toegaat, daar worden we even stil van, zeker als zij nog eens fotoboeken tevoorschijn haalt en daar de passende verhalen over vertelt. In onze ger staat alles inmiddels klaar voor vertrek en Sybille heeft de taxi voor 0500 uur besteld; onze Aeroflot vlucht gaat immers om 0735 uur, en we moeten er twee uur van tevoren zijn.

De taxi is, net als wij, keurig op tijd en we rijden door een stil en bijna verlaten Ulaanbator op weg naar het vliegveld; het is een echte derde wereldstad. Planning lijkt ten ene male te ontbreken, overal waar maar ruimte is wordt gebouwd en niet de meest fraaie gebouwen; Jan zag zelfs een in –optisch in goede staat verkerend- vliegtuig, geheel omringd door flats! Het is een lelijke, vieze, drukke en bijna onmogelijke stad voor ons om in te leven, daar optisch iedere structuur ontbreekt. Gelukkig weet de taxichauffeur toch het vliegveld te vinden, waar we met enige vertraging mogen boarden en op weg gaan naar de laatste tussenstop, Moskou. Een van onze medereizigers is een andere gast uit guesthouse Oasis, een Duitser van 66 jaar die ook met de motor is gekomen, maar een soort van trip heeft gemaakt langs belangrijke historische plaatsen uit de 2de wereldoorlog, zoals Jalta en Volgograd, het voormalige Stalingrad. Hij blijkt nog behept te zijn met een latent schuldgevoel over de oorlog, ondanks Rotterdamse vrienden; ook weer een opmerkelijke man.  We vliegen met een Boeing die al even geleden de fabriek heeft verlaten, wat Joep niet echt een veilig gevoel geeft, maar keurig om 11.30 uur landen wij  op de luchthaven van Moskou waar we ruim 8 uur moeten wachten alvorens we op weg kunnen naar eindhalte Amsterdam.


jul 2 2010

UlanBaatar

Om 11.15 uur stond de dokter voor de deur van de kamer en werd Jan aan een kort onderzoek onderworpen. Conclusie: met uitzondering van de knie ziet het er goed uit, rechterknie moet worden gefotografeerd maar in ieder geval geen opname in het ziekenhuis. Hier betekend dat niet alleen voor Jan een enorme opluchting.

Met de taxi naar het ‘vliegveld’ alwaar ons een Cessna met bijbehorende van Nederlanders afstammende Canadese piloot Ryan op ons wachtte. Snel het vliegtuig in en op naar de hoofdstad. De vlucht was niet erg soepel maar wel mooi en we zijn veilig geland op Chengis Kahn airport. De arts had ‘vervoer’ geregeld naar het ‘trauma-ziekenhuis’, bestaande uit een ‘ambulance’ zonder vering met een chauffeur met doodswens die het een goed idee vond om zijn vierjarige dochtertje voor in het midden zonder riem op een plankje mee te laten rijden. UlanBaator is een afschuwelijke grote stad met idioot verkeer, voor Jan en Joep weer een nieuwe ervaring.

In het ‘trauma-ziekenhuis’ (zo moet het bij ons voor de oorlog er hebben uitgezien) bleek dat er niets gebroken is maar dat er mogelijk wel banden gerekt zijn in de knie van Jan. We kunnen dus naar huis.

We bevinden ons nu in een westerse enclave genaamd Intergam Oasis waar we heerlijk schnitzel en spaghetti bolognese hebben gegeten (jullie mogen zelf de gerechten aan personen koppelen). Nu even rusten, het zijn toch twee heftige dagen geweest.

[gmap]

P.s. helaas geen foto’s meer, het (tweede) toestel van Joep heeft het begeven…


jul 2 2010

De volgende ochtend

We hebben allebei een rotnacht achter de kiezen; van slapen kwam weinig omdat we allebei de dag nog moesten verwerken en de Mongolen in het hotel nooit hebben gehoord van gasten die ’s nachts graag willen slapen. Dat resulteert een groot deel van de nacht in slaande deuren en hard pratende en lachende mensen die door de gangen rennen; wat ze dan doen blijft een groot raadsel. De hand van Jan ziet er goed uit, doet geen pijn meer, maar zijn rechterknie (inderdaad, het slechte been natuurlijk) is zwaar opgezet en prothese aan dan wel lopen zal vermoedelijk niet gaan (ervaring Jan, geen doktersconclusie!).  We hebben om 02.30 uur nog contact gehad met de SOS-alarmcentrale; straks komen ze ons ophalen, het vliegtuig zal zo rond 11.00 uur landen, de dokter komt mee en komt eerst effe kijken, en dan is de planning dat we om 11.40 uur opstijgen en zijn we om 15.00 uur in Ulaanbator waar we dan eerst naar het ziekenhuis gaan. Daar zal SOS-alarmcentrale met ons contact opnemen om zaken verder te regelen. De motoren blijven voorlopig hier, de sleutels en papieren nemen we mee, want eerst morgenvroeg krijgen we te horen hoe de repatriëring hiervan gaat plaatsvinden. Zo, nu eerst maar eens een kop koffie en de loop van de dingen verder afwachten.


jul 2 2010

Het einde

Waar we bang voor waren maar niet gebeurde, is vandaag dan toch gebeurt; onze reis eindigt 1000 km voor ons einddoel, Ulaanbator. Wat is er gebeurt: we zijn vanmorgen na het boodschappen doen en het vinden van alleen gesloten internetcafe’s op weg gegaan om een behoorlijke dagetappe af te leggen. De weg was zoals gebruikelijk hier, dus af en toe koos Jan een zijpad wat gelijk loopt aan de hoofdweg, maar wat iets minder slecht is. In dit geval (na pas 20 kilometer na vertrek) een spoor links van de weg, met stenen, kiezels en zand, maar vooral geen of minder wasbord want daar gaat het zijspan echt helemaal van naar de kloten (sorry hoor).  Hard reden we niet, max 60, en met die snelheid dook Jan linksaf zoals al ontelbare keren daarvoor; alleen ging dit wat minder. De neus van het zijspan (de “sneeuwschuiver” zoals Joep het noemt) ramde zich met die snelheid direct muurvast in een zandrichel en Jan werd over het span heen gelanceerd en vloog 10 meter door de lucht om vervolgens hard te landen op de stenen en de kiezels. Joep zag het gebeuren en stopte acuut om bijstand te verlenen, maar toen die bij de bewegingloze Jan kwam, kwam er weer wat beweging in hem; Jan werd voorzichtig op eigen verzoek overeind geholpen, en zo op het eerste gezicht leek die wel oké. Van het span kon dat niet worden gezegd;  de impact was zodanig groot geweest dat de “sneeuwschuiver” helemaal plat gedrukt was en mede daardoor was heel de kist totaal kapot. We hebben er maar mee gelachen want ergens was de situatie zo duidelijk dat we er niet omheen konden; dit is het einde van de reis. Goede raad lag voor de hand: telefoonbereik hadden we niet, dus ging Joep terug naar Altai om een vrachtauto te charteren om 2 motoren en 2 berijders naar Ulaanbator te brengen alwaar we een plaats gereserveerd hadden bij Oasis, een Oostenrijkse bed-and-breakfast, maar naar westerse normen. Joep verheugt zich al weken op een enorme schnitzel die hij daar wil eten, met iets van een pepersaus. Om 1600 uur zou er een truck vanuit Altai vertrekken die ons in de woestijn zou oppikken, dus de dag werd gevuld met de kist uitladen die Joep, ongelofelijk maar waar, weer in elkaar heeft gekregen! Alle wanden waren los van elkaar en helemaal los van de bodem, een wand zat beklemd tussen de vering van het span, en alles werd met spanbanden muurvast gezet (wat is muurvast op Mongoolse wegen??) en de kist werd weer gevuld met onze spullen! Tevreden ging Joep bij Jan zitten, wiens stoeltje (origineel Chinese namaak-Coleman) inmiddels ook met tieraps bij elkaar werd gehouden, die zat namelijk aan de kist vast en heeft de klap ook goed meegekregen. En dan maar wachten op 1600 uur, 1700 uur en nog steeds geen truck. Ondertussen bleek Jan toch de nodige fysieke schade te hebben opgelopen; hij kon zijn rechterhand niet meer gebruiken, en lopen zich ook zeer moeizaam omdat hij klaarblijkelijk rondgetold is op de stenen bodem en zijn rechterknie behoorlijk pijn deed en –zoals later bleek- aardig opgezwollen was.  Om 1715 uur ging Joep maar eens polshoogte nemen hoe de zaken erbij stonden in Altai bij onze chauffeur; deze kwam stomdronken uit een of andere lokaliteit en daarmee was gelijk die oplossing om zeep geholpen. Natuurlijk gaan wij niet met een ladderzatte chauffeur door stikdonker Mongolië rijden, dan zoeken we wel een andere oplossing. Joep bleef weg, en Jan begon zich na dik een uur toch wel zorgen te maken; die besloot dan maar op een been de Yamaha te gaan laden met de overige spullen om Joep alvast een stukje tegemoet te rijden. Toen hij met een snelheid van 15 km al 300 meter gevorderd was, kwam Joep met een taxi aangescheurd: deze laadde Jan in en Joep reed het zijspan terug naar het scruffy hotel in Altai. Daar weer aangekomen moest de kamer direct worden afgerekend, de zakjes oploskoffiekoffie ook ter plekke betalen en wij zochten via een sms bericht aan Marij contact met de sos-alarmcentrale.  De rottigheid is ook nog dat we in dit gat niet kunnen bellen, wel sms-sen, en we kunnen gebeld worden. De sos-alarmcentrale belde zojuist dat er een ambulancevliegtuig met medisch personeel naar ons onderweg is, we krijgen nog de juiste tijdsplanning door; meer dan hulde voor deze geweldige, geoliede organisatie! We zijn ondertussen met de taxi naar en van het restaurant geweest waar we gisteren ook met Fabio en Anna geweest zijn, om toch maar wat te eten; hoe eerder we hier weg zijn, hoe fijner we ons voelen. Jan is emotioneel voor wat betreft het niet rijdend halen van Ulaanbator, maar mag God op z’n blote knieën danken dat er niet meer letsel is, en tenslotte hebben we een geweldige 5 weken gehad; dat nemen we de rest van ons leven mee!

[gmap]


jul 2 2010

Gas geven!

Vanmorgen zijn we om 0700 uur vertrokken om te trachten Altai te bereiken; dat is een wat groter dorp, en we maken dan wat meer kilometers dan de benodigde 150 per dag. De zuidelijke route is zeker niet de mooiste of de spectaculairste, maar het is en blijft een machtig mooi landschap. Niet zozeer de woestijn waar we doorheen karren, maar wel de machtige bergen met sneeuwwitte toppen welke ons lijken te vergezellen. De temperatuur ging uiteraard weer naar de normale waardes voor woestijnen, gewoon 50 graden dus (in de zon), iets wat we beiden goed kunnen hebben.

De wegen zijn goed te doen naar Mongoolse standaard, maar wederom een uitdaging; het gaat eigenlijk wonder boven wonder redelijk goed, met name omdat Jan van pure frustratie op de wasborden maar eens 90 km ging rijden, en tot de ontdekking kwam dat daardoor het desintergratieproces van de motor niet toenam! Dat is dus de manier, gewoon gas geven! Het kost dan wel uiterste concentratie om alle bochten op die zanderige wasborden te kunnen nemen (het zijspan staat regelmatig met die snelheid dwars en komt zelfs met 3 wielen los van de grond!), maar dat “concentratieprobleem” hebben we beiden. Zo schiet het tenminste op, en om 1600 uur hebben we toch 280 km afgelegd en bereiken we Altai. Effe zoeken naar een hotel, en bij het eerste krijgt Joep al te horen dat er geen plaats is (voor als zwervers uitziende westerse motorrijders waarschijnlijk);  op hetzelfde moment komt er een BMW 800 aangereden met Fabio en Anna, een gepensioneerd Italiaans echtpaar, maar ook Anna krijgt met haar vrouwelijke charmes geen kamer. Dan maar op zoek naar een andere slaapgelegenheid, en we belanden in een louche hotelletje aan de rand van de stad, waar we na lang aandringen ook gebruik mogen maken van de douche om ons te ontdoen van zweet en woestijnzand. Zij hebben nog de Lonely Planetgids die wij zijn kwijtgeraakt, en daarmee zijn we met z’n vieren naar een restaurant getogen waar het goed eten was; wat we precies gegeten hebben weet nog niemand, maar het smaakte prima. Zij hebben van Joep de kaart van Mongolië voor de Garmin gekopieerd en gaan morgen verder op weg om uiteindelijk in Zuid Afrika te eindigen! Wij moeten op tijd weer thuis zijn, en vallen morgen weer de Mongoolse hoofdweg aan, op weg naar Ulaanbator.

[gmap]


jul 2 2010

Dwars door Mongolië

We hebben dus besloten om de zuidelijke route te nemen om te zorgen dat we in ieder geval op tijd in Ulaanbator komen, en dus hebben we vanmorgen kennis gemaakt met wat men hier de hoofdweg noemt (en wat ook als zodanig op de kaart staat), Bij het verlaten van Khovd moesten we tol betalen, en van de andere kant kwam een motorrijder aanzetten, die bij nadere kennismaking Dave bleek te heten, uit Australië kwam en onderweg was naar Londen met nog 2 kameraden.  Een daarvan kwam later aangereden en de derde, hun navigator, kwamen wij onderweg tegen. Zij hadden op hun Suzuki’s 3 dagen gereden vanaf Ulaanbator, dus ons zal het zeker lukken in 9 dagen; het verschil zit hem uiteraard in de lengte van de dagetappes.

De hoofdweg laat zich in een woord omschrijven: baggerweg.  Wederom het eerste stukje goed te doen, aangestampte zandpaden, maar daarna kwamen de wasborden, kilometers lang en de keienpaden, idem. Enfin, uiteindelijk ons einddoel van de dag ruim gehaald en de stoeltjes maar eens tevoorschijn gehaald om van de omgeving te genieten alvorens de tent op te zetten.  We hebben een plek uitgekozen die in de verte nog een beetje groen leek, maar wel zichtbaar vanaf de weg. Dat betekende dat al gauw een jong echtpaar op een Chinese Honda 125 ons gezelschap kwam houden; best wel een leuk stel dat de ogen uitkeek bij al die westerse moderniteiten. Ze hebben Joep meegeholpen zijn tent vast te zetten, trakteerden ons daarna op een zak vers gebakken koekjes en bleven vervolgens prinsheerlijk zitten. Uiteindelijk stapten ze op de motor en vertrokken, maar niet nadat zij –en wij!- gezelschap kregen van de inzittenden van 2 auto’s die het erg gezellig leek. Alleen wilden wij Jan’s tent nog laten drogen van zijn wateravontuur, en eten; toen de auto gasten spontaan aan de motoren gingen prutsen en de helmen wilden gaan opzetten werd het Jan te gortig en droop het gezelschap af.  Even later keerde het motorduo weer terug en vroeg om sigaretten; die hebben ze gehad en zielsgelukkig bromden zij ook weer richting huis. Eindelijk rust. De maaltijd van Bever was niet helemaal een succes maar wel smakelijk, en door de muggen werd het al vroeg tent-tijd; de aangeschafte Deet tegen de muggen werkt niet tegen de Mongoolse variant, helaas. Morgen verder.

[gmap]


jul 2 2010

Gewijzigde route!

Vanmorgen eerst maar eens op zoek naar een soort van paardendeken waarop Jan kan slapen, want zijn veldbed is hij kwijt, samen met het stoeltje (gejat? Verloren?). De 55-jarige eigenaar van het hotel  ging bij Jan achterop naar de winkel, die echter pas om 10.00 uur open ging.  Maar wonder boven wonder kwamen we bij de winkel 2 andere motorrijders tegen, nota bene ook Nederlanders, Joost en Wim, die al 2,5 maand aan het rondrijden zijn. Wim is al gepensioneerd, dus die heeft alle tijd! We hebben met hen overlegd welke route voor ons het meest geschikt zou zijn, gezien de tijdsdruk die we toch hebben; zij kwamen uit Ulaanbaator via een prachtige route, maar het heeft ze wel 14 dagen gekost, dagen die wij niet hebben. Zij raadden ons aan de zuidelijke route te nemen, waarmee je het vlotste (een betrekkelijk begrip hier in Mongolië met de wegen die er niet zijn) ons einddoel Ulaanbaator kunt bereiken. Na ampel beraad besluiten we dit dan maar te doen, volgens onze inschatting is Mongolië overal mooi! Dus vanuit Ulaangom koers gezet naar het zuiden waar we bij Khovd de “hoofdweg” nemen; na 10 kilometer gaat het al fout omdat we een stroom over moeten steken. Joep gaat van eilandje naar eilandje en bereikt zo goed als droog de overkant. Hoe anders vergaat het Jan; deze gaat op aanraden van een paar locals gewoon rechtdoor en beland daardoor in het diepste gedeelte waar de motor voor 2/3 onder water verdwijnt en daar ook vast komt te zitten…. Joep komt helpen en de locals stropen ook de broekspijpen ver op; Jan zit ondertussen op z’n dooie gemak de gebeurtenissen af te wachten en stapt dan ook af om te helpen zijn span uit het water te krijgen (neen, daar zijn geen foto’s van omdat Joep kwam helpen in plaats van foto’s maken!). Redelijk makkelijk nog wordt deze op het droge geholpen waar wij de schoenen, laarzen en Jan zijn kunstbeen laten leeglopen, en maar gelijk van de gelegenheid gebruik maken om een beetje te ontbijten. Daarna ging het redelijk goed, zand, vast gestampt zand (dat ging lekker!), wasborden (daar weet Jan nu alles van), en op het allerlaatste zelfs een soort van asfaltweg die naar de stad leidde. Onderweg nog een originele kamelenkaravaan gezien die met gers op de rug op weg waren naar? Echt Kara ben Nemsi (voor de niet ingewijden: dit is een figuur uit de boeken van Karl May).  Nu nog een plek om te slapen, we willen in ieder geval de laarzen cq. schoenen laten drogen en effe goed eten, want het vreet energie van beiden. Het uitgekozen hotel zag Joep, en was meteen volgeboekt (ze hadden nog wel een kamer voor 6 personen, maar daar hebben we toch maar vanaf gezien); er kwam echter een jongeman voorbij die engels sprak (geleerd van Amerikaanse muziek!) die bij Jan achterop kroop en ons naar een basic, maar schoon hotel bracht.

[gmap]


jun 27 2010

Ulaangommers

We hebben in het hotel lang geslapen, waarschijnlijk omdat we na 4 weken werken toch toe waren aan een goede, wat langere nachtrust; daarom stonden we ook pas rond 0800 uur op, en gingen we in alle rust op zoek naar een ontbijt. Het zijspan was op 1 plaats afgebroken en op een andere plaats gescheurd, maar de juffrouw van het hotel zei dat we eerst maar eens moesten ontbijten en daarna zou zij wel het een en ander regelen. Ontbijten hebben we op dezelfde plaats gedaan als gisteren het avondeten, Jan nam dezelfde schotel met vlees, rijst en veel groentes(!) en Joep probeerde de geroosterde boterham met gebakken ei. Het smaakte ons beiden uitstekend en goed geluimd gingen we terug naar het hotel. De broer van de hoteljuffrouw zou bij Jan achterop naar de plaatselijke lasser rijden en daar zou het probleem worden gefikst. Bij het uitdraaien van het pad van het hotel naar de weg brak het zijspan echter definitief af, en daar stond Jan. Het hotel gebeld en er zou iets van een vrachtwagen worden geregeld; er kwam echter een oude man met een paard en een zelfgemaakte kar! Op straat werd het zijspan ontkoppeld (dus de bak open, alles eruit en Mongolen die zich a. stonden te vergapen wat er allemaal in de bak zat, en b. zich direct met 6 man gingen bemoeien met het loskoppelen van het zijspan), en het zijspan werd met vereende kracht op de kar geladen met alle inhoud los d’r bij. Deze zouden zo worden afgeleverd bij het hotel, en de broer en Jan zouden de Yamaha verder duwen naar de lasser (omdat de motor aangepast is aan zijspanrijden is het niet wijs om het 2 man erop solo te gaan rijden in Ulaangom). Joep wist van niets, want de afspraak was dat hij naar het internetcafé zou gaan om de site bij te werken om zo het thuisfront (jullie dus) op de hoogte te houden van onze vorderingen. Onderweg werden wij ingehaald door de man met paard en kar, en het leek een goed idee om een 225 kg zware motor op de kar te laden en zo naar de lasser te rijden; omdat we zo nogal wat aandacht trokken waren er zo een man of 5 gecharterd op de motor op te laden en zo reden wij gezellig naar de lasser! Deze keek eens, en vond het geen probleem om de motor te lassen zoals die op de kar lag; Jan zag het namelijk niet zitten om die eerst af te laden, dan te lassen en vervolgens weer op te laden. Dus werd er gelast, ondertussen Joep gebeld die klaar was en kwam kijken, en kachelden we weer  geduldig terug, kijkend naar de kont van het paard. In het hotel aangekomen waren er zo een stel bouwvakkers (vergezeld van de baas van het hotel), die zich ontfermden over het weer samenvoegen van de Yamaha en zijn zijspan, en met vereende krachten – en met behulp van een hamer en twee bijlen-  kwam alles weer voor elkaar! Om uit te proberen ging de broer van de hoteljuffrouw nog even een rondje mee op het span (waarbij die zijn pet verloor) en we hebben het spullen weer in het span ingepakt, nu goed verpakt in plastic zakken.  In de tussentijd zijn we ook even met z’n tweeën met de taxi boodschappen wezen doen op de lokale markt: onze benzine-jerrycan lekte namelijk en moest worden vervangen. Een andere gekocht en tevens etenswaren en water ingeslagen voor de komende dagen.  Edoch, terug bij het hotel bleek de “nieuwe” jerrycan ook te lekken en met het zijspan (Joep zittend op het deksel van de kist) weer terug en omgeruild voor een die niet lekte. Eindelijk alles klaar, en eerst maar eens gaan eten. We besluiten weer naar hetzelfde restaurant te gaan waar we ongevraagd beiden een glas met 0,6 liter paardenmelk op tafel gezet krijgen; tja, toch maar opdrinken en daarna de smaak wijzigen in die van bier!

[gmap]


jun 27 2010

Ulaangom

De dag begon weer met verder hobbelen op de keien, na zo’n 1,5 uur kwamen we door een dorpje dat niet op de kaart stond. We hebben dankbaar gebruik gemaakt van de gelegenheid om brandstof voor mens en machine in te slaan. We wisten dat we het vanaf hier zwaar gingen krijgen, op google earth hadden we de vorige dag gezien dat we een berg over moesten. De weg ging eerst verder zoals bekend, keien, maar veranderde langzaam in een helling met modder en keien. Geen groot succes voor een motor en het duurde niet lang voordat Joep opnieuw kennis maakte met de grond. Gelukkig weer niet al te hard maar genoeg om zijn koppelingspedaal opnieuw krom te buigen. Honda in zijn één en zo goed en zo kwaad als het kan de berg op, boven aangekomen was het wachten op Jan….. geen Jan. Na 30 minuten nog geen Jan. Vanwege de modder vond Joep het geen optie om terug te rijden dus begon hij te voet aan de afdaling, bijna op het punt van zijn val aangekomen zag hij Jan de berg oprijden. De bekabeling van het span was doorgesneden, had sluiting gemaakt en een zekering doorgebrand (tenminste dat is hoe wij vermoeden dat het gegaan is). Jan heeft dus op de modderhelling alles uitgehaald, zadel losgemaakt en de zekering vervangen. Op de top werd het pedaal van Joep wederom in de juiste stand gebogen.

De afdaling was wederom een uitdaging, meer voor Jan dan voor Joep want de weg bestond alleen maar uit keien en rotsen.

Onderaan de berg reden we zo in een paardenfeest waar de aandacht van het publiek voor de paarden binnen een halve minuut naar ons verschoof. Wij en de motoren moesten worden aangeraakt, gefotografeerd en worden toegesproken alhoewel wij dat natuurlijk niet verstonden. Toen de aandacht weer verschoof naar waar de paarden langskwamen zijn we meegelopen en hebben we een aantal vaders gadegeslagen te paard het paard waar hun zoon op zat aan de teugels vast hadden en onder het langsrijden een zin herhaaldelijk schreeuwden. Apart om mee te maken.

Vanaf daar reden we weer op de gebruikelijke route en dat was te merken, de weg was nog steeds een spoor maar wel een waar een beetje op kon worden doorgereden. Deze leidde ons nog over twee passen voordat we de laatste afdaling maakten en je gelooft het niet: op asfalt de laatste 40 km verder reden naar Ulangom.

Daar aangekomen kwamen we tot de ontdekking dat de fantastische tocht vandaag zijn tol heeft geëist van het zijspan, één bijna breuk en één volledige breuk… Morgen dus op zoek naar een lasser.

Vandaag was een onbeschrijfelijke mooie dag wat betreft uitzichten en omgeving. Echt onvoorstelbaar mooi, zovéél kleuren en dan ook nog zoveel variaties van die kleuren. Bergen, sneeuw, meren, gras, bomen, rode rotsen, blauwe bloemen, en ga zo maar door. Zo iets hebben we beide nog nooit gezien en verwachten we ook nooit meer te zien.

[gmap]